12.980.788 Nederlanders mogen woensdag hun stem uitbrengen bij de Tweede Kamerverkiezingen.
Kiezers moeten zich op het stembureau en het stemhokje echter wel aan de regels houden. Wat mag wel en wat mag niet in het stemlokaal?
– Een stemgerechtigde moet zijn stempas meenemen naar het bureau en moet zich kunnen legitimeren met paspoort, identiteitskaart of rijbewijs.
– Het stemmen moet gebeuren met een rood potlood. Het gekozen vakje moet goed worden ingekleurd of aangevinkt. Als er meerdere vakjes zijn gekozen, is een stem ongeldig.
– Een stemmer moet vanwege het stemgeheim alleen het stemhokje in. Hiermee wordt ook voorkomen dat iemand wordt gedwongen ergens op te stemmen. Alleen mensen met een lichamelijke beperking mogen worden geholpen.
- Een kind mag niet mee het stemhokje in. Alleen als een ouder een baby of een kindje tot drie jaar bij zich heeft kan hij of zij wel toestemming vragen aan de voorzitter van het stembureau, omdat kinderen op deze leeftijd geen invloed op het stemgedrag kunnen hebben.
- Een kiezer mag zelf een foto maken in het stemhokje. Een 'stemfie' leidde na de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 tot commotie omdat de Kiesraad vond dat het kiesgeheim hierdoor in gevaar zou komen. Bovendien zou een foto als bewijs kunnen gelden als iemand gedwongen wordt ergens op te stemmen. Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk nam het advies om de stemfie te verbieden echter niet over.
- Het stemhokje moet bestaan uit een achterwand en twee zijwanden, die elk ten minste 1 meter breed en 2 meter hoog zijn. In elk stemhokje moet een lessenaar staan met rode potloden en een handleiding voor de kiezer
- Er mogen geen gordijnen hangen voor het stemhokje omdat zichtbaar moet zijn wat een kiezer in het hokje doet.
- In het stemlokaal moet een tafel en een aantal stoelen staan voor de stembureauleden, een stembus en een of meerdere stemhokjes. De tafel moet op voldoende afstand van de hokjes worden gezet, zodat een kiezer voldoende privacy heeft. De kiezers mogen niet achter de tafel komen.