Het kabinet neemt de tijd om na te denken over het schrappen van de wet die majesteitsschennis verbiedt.
Dat zei minister-president Mark Rutte vrijdag. D66 diende deze dag een initiatiefwet in die het beledigen van het staatshoofd moet afschaffen.
Volgens de premier gaat het om een ingewikkelde kwestie. Aan de wet liggen “bijzondere omstandigheden” ten grondslag. “De koning kan zich niet in het openbare debat verdedigen.” Dat maakt een “langdurige afweging noodzakelijk”, aldus de premier.
Hij sluit niet uit dat het wetsartikel verdwijnt. “Misschien is de conclusie van die zorgvuldige weging wel dat je die ook kunt schrappen. Maar zover ben ik nog niet.” Majesteitsschennis heeft niet de hoogste prioriteit, voegde Rutte eraan toe.
Celstraf
Mensen die de koning beledigen, riskeren een celstraf van maximaal vijf jaar en kunnen hun kiesrecht verliezen. “Waarom moet het beledigen van de koning of een buitenlands staatshoofd anders beoordeeld worden dan belediging van alle andere Nederlanders? Zo’n zwaardere strafmaat is niet meer van deze tijd en onnodig”, meent Kees Verhoeven van D66. Hij wijst er daarbij op dat tussen 2000 en 2012 zestien mensen zijn veroordeeld voor majesteitsschennis.
Het kabinet gaat wel het artikel schrappen dat belediging van een bevriend buitenlands staatshoofd of regeringsleden strafbaar stelt. "Dat artikel zou weg kunnen'', zei Rutte. Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) gaat hierover praten met D66. In het initiatiefvoorstel wordt namelijk ook dit verbod geschrapt.
Belediging van een bevriend staatshoofd is actueel geworden door de zaak rond de Duitse televisiekomiek Jan Böhmermann. Die wordt in Duitsland mogelijk vervolgd wegens belediging van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan omdat hij die een geitenneuker had genoemd.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl