CEO Jamie Dimon van de Amerikaanse zakenbank JPMorgan neemt naar eigen zeggen een “afwachtende houding” aan ten opzichte van president Donald Trump en de bezuinigingsoperaties van Elon Musk met het Departement van Overheidsefficiëntie (DOGE). Toch heeft Dimon goede hoop dat DOGE zal slagen.

“Een effectievere overheid – een efficiëntere overheid – is niet slecht. Het is een goede zaak,” zei Dimon begin deze week in een interview met tv-zender CNBC tijdens een conferentie in Miami.

Toen hem werd gevraagd hoe de acties van DOGE, het invoeren van hogere importtarieven en andere besluiten van Trump de economie zouden kunnen beïnvloeden, gaf Dimon aan dat het te vroeg is om daar iets over te zeggen. Dat zal afhangen van hoe veranderingen worden doorgevoerd.

In het algemeen ondersteunt Dimon pogingen om de overheid efficiënter en effectiever te maken. “De overheid is inefficiënt, niet erg competent en er moet veel aan gebeuren”, zei hij. “Het gaat niet alleen om verspilling en fraude, maar ook om wat ze doen. Waarom geven we zoveel geld uit aan deze dingen? Krijgen we wat we verdienen? Wat moeten we veranderen? Ik denk dat verandering goed is.”

De bezuinigingsclub van Musk wil overheidsuitgaven en verspilling verminderen en de efficiëntie verbeteren. Veel van de eerste inspanningen zijn gericht op het inkrimpen van het federale personeelsbestand en op specifieke federale agentschappen, zoals USAID.

“Ik hoop dat het een succes wordt", zei Dimon. De topman van JPMorgan had eerder een moeizame relatie met techmiljardair Musk, hoewel de twee het afgelopen jaar op betere voet leken te staan. Dimon zei vorige maand dat hij en Musk een aantal van hun meningsverschillen hebben bijgelegd.

In het CNBC-interview sprak Dimon ook zijn steun uit voor deregulering in algemene zin. “We zijn een zeer bureaucratische, overgereguleerde samenleving geworden, en dat is slecht." Hij is niet tegen alle regelgeving is, maar vindt dat regels ‘buitensporig’ zijn geworden.

LEES OOK: Dreigende mailtjes van Elon Musk aan ambtenaren zijn een voorbeeld van ‘management by fear’, volgens experts