- In januari belandt het eerste loonstrookje van 2021 in je mailbox. Wat hou je dan netto over?
- Voor veel werknemers zit er een hoger nettoloon in het vat, blijkt uit berekeningen salarisspecialist ADP.
- Toch blijft er grote onzekerheid over de ontwikkeling van de koopkracht en het besteedbaar inkomen.
In januari krijgen werknemers het eerste loonstrookje van het nieuwe jaar binnen. Op papier ziet het er goed uit voor veel werknemers als ze naar hun nettoloon kijken.
Uit dinsdag gepubliceerde berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP blijkt dat werknemers profiteren van lagere belastingen en hogere heffingskortingen in 2021.
Werknemers met een modaal inkomen houden onder aan de streep gemiddeld 45 euro per maand meer over. Wie twee keer modaal verdient, ofwel 5.633 euro bruto per maand, houdt netto 50 euro per maand meer over.
Lees ook: Je financiën in 2021: de 25 belangrijkste veranderingen voor je portemonnee
Wat de belastingenwijzigingen betreft profiteert iedereen met een inkomen tot 68.507 euro van een lager tarief voor de inkomstenbelasting van 37,10 procent in 2021. Dat komt neer op een daling van 0,25 procentpunt vergeleken met een jaar eerder.
Daarnaast stijgen de heffingskortingen: dat zijn bedragen die je in mindering mag brengen op de te betalen belasting.
De zogenoemde arbeidskorting voor werkenden valt maximaal 386 euro hoger uit in 2021 en de algemene heffingskorting stijgt met maximaal 126 euro. Deze kortingen op de te betalen belasting zijn wel inkomensafhankelijk, waarbij hogere inkomens minder sterk profiteren.
Nettoloon per sector in 2021
ADP heeft berekeningen gemaakt voor de nettolonen in 2021 waarbij op sectorniveau rekening is gehouden met de ontwikkeling van pensioenpremies. Aan de andere kant zijn eventuele stijgingen van het brutoloon niet meegenomen.
Onderstaande tabel geeft voor vier sectoren weer wat er gebeurt met de nettolonen in 2021, inclusief de wijziging van pensioenpremies. Het gaat om de bouw, overheid, metaal & techniek en transport.
Ontwikkeling nettoloon in 2021, inclusief pensioenpremies per sector (op basis van gelijk bruto loon)

Werknemers met een modaal inkomen van 2.816 euro bruto per maand zien de grootste plus in de bouw, met een nettostijging van 94 euro. Dit is overigens op basis van het loon per vier weken.
Ambtenaren profiteren het minst. Dat komt door de hogere pensioenpremies bij ambtenarenfonds ABP. Toch gaat iedereen met een modaal inkomen er bij de overheid nog 38 euro per maand netto op vooruit.
In de sector metaal & techniek ga je er met een modaal inkomen per maand netto 44 euro op vooruit. Verdien je modaal in de transportsector, dan stijgt je nettoloon met 45 euro.
Zoals aangegeven houden de berekeningen van ADP geen rekening met eventuele loonstijgingen.
Daarnaast is voor de koopkracht van lonen ook van belang wat er met de inflatie gebeurt, ofwel de stijging van prijzen van goederen en diensten. De inflatie wordt door het Centraal Planbureau geraamd op zo’n 1,3 procent in 2021.
Econoom Piet Rietman van ABN Amro wees er eerder op dat het besteedbaar inkomen in 2021 zeker niet voor iedereen hoger uitvalt. Als je rekening houdt met de inflatie kan het reële besteedbare inkomen gelijk blijven of zelfs dalen voor individuele werknemers en bepaalde groepen.
Dit hangt af van zaken als de loonontwikkeling per bedrijf en sector, verschillen in stijging van pensioenpremies en uiteraard risicofactoren zoals de kans op werkloosheid.
[activecampaign form=24]