Het loonstrookje van januari 2021 ziet er gunstiger uit door belastingverlagingen.
Werknemers met een modaal salaris zien de sterkste netto stijging, aldus het ministerie van Sociale Zaken.
Onzekere factoren die voor verschillen kunnen zorgen zijn loonsverhogingen die worden toegekend door werkgevers en de mate waarin pensioenpremies worden verhoogd.
Het loonstrookje ziet er dankzij lastenverlichtingen die het kabinet doorvoert vanaf januari wat positiever uit.
Werkenden houden, afhankelijk van hun inkomen, tot ruim 2 procent meer over.
Dat melden minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën.
Mensen met een modaal inkomen (35.000 euro bruto per jaar) gaan er het meest op vooruit. Naarmate het salaris stijgt, neemt het voordeel af, tot circa 1 procent bij een drie keer modaal inkomen.
In de onderstaande tabel is weergegeven hoe groot het netto voordeel is procentueel gezien bij een bepaald bruto inkomen.
Het kabinet verlaagt het belastingtarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting in 2021 met 0,25 procentpunt naar 37,10 procent. Tegelijk gaan de arbeidskorting en algemene heffingskorting omhoog. Dit zijn bedragen die in aftrek worden gebracht op de te betalen belasting.
Deze zijn maatregelen zijn vooral voor lage en middeninkomens gunstig. Ook uitkeringsgerechtigden gaan erop vooruit, net als gepensioneerden met alleen AOW of hooguit een klein aanvullend pensioen.
Lees ook: Loonstrookje, zo begrijp je wat er eigenlijk staat
Loonstijging niet meegenomen
In de berekeningen van het ministerie van Sociale Zaken is geen rekening gehouden met eventuele loonstijgingen. Het Centraal Planbureau rekent op een gemiddelde stijging van cao-lonen in 2021 van 1,4 procent. Afhankelijk van de daadwerkelijke loonstijging, of het uitblijven daarvan, kan het effect op het loonstrookje nog iets gunstiger uitvallen.
Een onzekere factor is wat er gebeurt met de pensioenpremies. Het ministerie van Sociale Zaken rekent met een bescheiden gemiddelde stijging van 0,2 procentpunt voor werknemers. Sommige pensioenfondsen voeren echter sterkere premieverhogingen door vanwege de precaire financiële situatie.
Zo stijgt de pensioenpremie bij ambtenarenfonds ABP met 1 procentpunt, waarvan 30 procent (0,30 procentpunt) voor rekening komt van de werknemers.
Tegenover het gunstigere loonstrookje staan ook hogere lasten als gevolg van inflatie. Het Centraal Planbureau houdt rekening met een gemiddelde stijging van de prijzen van goederen en diensten met 1,3 procent in 2021.