- Hoewel de loonkloof slinkt, verdienen vrouwen nog een lager uurloon dan mannen.
- In de groep hoogbetaalden zijn mannen oververtegenwoordigd.
- Gekeken naar jaarloon is het verschil tussen mannen en vrouwen nog groter, omdat vrouwen vaker een deeltijdbaan hebben
- Lees ook: Hoge inflatie is geen goed argument bij individuele salarisonderhandelingen – deze 4 dingen kun je beter benoemen
De loonkloof tussen mannen en vrouwen is nog altijd niet gedicht. Het gemiddelde uurloon voor vrouwen was vorig jaar 13 procent lager dan dat van mannen, berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het verschil in uurloon krimpt wel met de jaren.
Vrouwen verdienden in 2021 gemiddeld 22,84 euro per uur, mannen 25,84 euro. Het statistiekbureau wijst erop dat er individueel grote verschillen zijn die samenhangen met bijvoorbeeld het opleidingsniveau of de leeftijd. Maar bij de 15 procent werkenden met een uurloon boven de 33 euro per uur zijn mannen wel oververtegenwoordigd.
Het is vooral de scheve man-vrouwverdeling in deze inkomensgroep die de loonkloof verklaart. Zo heeft 20 procent van alle mannelijke werknemers een hoog betaalde baan, tegenover 10 procent bij de vrouwen. Bij de groepen met lagere uurlonen zijn er amper verschillen tussen mannen en vrouwen.
De meeste hoogbetaalden zijn te vinden in de financiële dienstverlenin: in 44 procent van de banen in deze sector wordt meer dan 32 euro per uur verdiend. Het verschil tussen mannen en vrouwen is hier ook het grootst: 55 procent van de mannen is hoogbetaald terwijl dat maar voor 28 procent van de vrouwen geldt.
Tien jaar geleden was het verschil in gemiddeld uurloon nog 18 procent in het voordeel van mannen. Dat het verschil kleiner wordt, is volgens het CBS deels te verklaren doordat vrouwelijke werknemers tot een leeftijd van 50 jaar vaker hoogopgeleid zijn dan mannen.
Als naar het jaarloon wordt gekeken was het verschil tussen mannen en vrouwen overigens veel groter. Vrouwen verdienden gemiddeld 36 procent minder in één jaar dan mannen. Dat is volgens het CBS voor het grootste deel te verklaren doordat vrouwen met een werknemersbaan gemiddeld minder uren per week werken dan mannen.