Er is een enorme kloof tussen de salarissen van mannen en vrouwen, klinkt het al jaren.
Dinsdag nog, dienden vier oppositiepartijen in de Tweede Kamer een wetsvoorstel in voor gelijke beloning van mannen en vrouwen. De vraag is of dat zin heeft, want het loonverschil tussen de seksen bedraagt in Nederland maar 1 procent.
Althans, dat zegt het Korn Ferry. Het organisatieadviesbureau pakte de eigen loondatabase erbij en analyseerde gegevens van 20 miljoen banen bij 250.000 bedrijven in 110 landen.
Bij het vergelijken van de salarissen heeft Korn Ferry rekening gehouden met factoren als de zwaarte van de functie, de sector, het bedrijf en afdeling, bijvoorbeeld IT of financiën.
Hoe meer factoren werden meegewogen, hoe kleiner het loonverschil tussen mannen en vrouwen, concludeert Korn Ferry. En wat blijkt: in de Nederlandse loondata komt Korn Ferry uit op 1 procent loonverschil tussen mannen en vrouwen.
Met andere woorden: mannen en vrouwen in een vergelijkbare functie, op een vergelijkbare afdeling in een vergelijkbaar bedrijf ontvangen wél een (bijna) gelijk salaris, schrijft het organisatieadviesbureau.
Toch komt uit de database wel naar voren dat vrouwen als demografische groep wel degelijk minder verdienen. Maar dit loonverschil bestaat niet per se omdat mannen gewoonweg hoger gewaardeerd worden dan vrouwen. Volgens Korn Ferry zijn er andere oorzaken.
De redenen waarom het salaris van vrouwen lager is
1. Weinig girlbosses
De belangrijkste reden is dat minder vrouwen dan mannen doorstoten naar de hoogste functies in goedbetalende sectoren. Bij de elf grootste technologiebedrijven wordt bijvoorbeeld 85 procent door mannen ingevuld.
Vrouwen vind je vooral in sectoren die minder goed betalen, zoals de kleding (80 procent), toerisme (70 procent). Frappant is dat vrouwen wel dominant zijn in deze sectoren, maar dat mannen hier de scepter zwaaien in managementfuncties.
Nederland bungelt zelfs bijna onderaan in het lijstje vrouwen in managementfuncties van het statistiekbureau van de Verenigde Naties (UNSD). Daaruit blijkt dat in Nederland 26 procent van de vrouwen managementposities bekleden, dat is weinig in vergelijking met andere EU-landen.
Zo zit Groot-Brittannië op 36 procent. Bovendien haalt Nederland bij lange na niet de door Rutte II gestelde norm van 30 procent vrouwen in de top.
(Klik voor uitvergroting)
2. Met kinderen komt de klad erin
Ook kinderen belemmeren de salarisgroei van vrouwen. Vrouwen beginnen goed door een academische opleiding te voltooien en vervolgens aan het werk te gaan met een hoger salaris dan mannen.
Maar rond hun dertigste komt de klad erin omdat vrouwen dan tijdelijk stoppen met werken vanwege kinderen. Op dat moment beginnen mannen meer te verdienen dan vrouwen en dat verschil loopt met de jaren op.
“Door deze tijdelijke onderbreking in de carrière, las je ook automatisch een pauze in voor loonstijgingen waardoor een achterstand ontstaat met wie wel blijft werken”, zegt Rob Westrek, beloningsexpert bij Korn Ferry.
3. Aannames en stereotypen zitten in de weg
En dan zijn er nog mensen in de omgeving die de groei van vrouwen naar topfuncties en dus ook de groei van hun salaris tegenhouden. Als weinig vrouwen een hoge functie bekleden, wordt een vrouw op een toppositie ook als 'minder normaal' ervaren, schrijft Korn Ferry. En mensen vinden het nu eenmaal niet prettig om af te wijken van de norm.
Bovendien kunnen aannames en stereotypen in de weg zitten; een vrouw wordt bijvoorbeeld geen manager omdat gedacht wordt dat ze wil verhuizen omdat ze een gezin heeft. Daarbij missen vrouwen een rolmodel in een hogere functie op de werkvloer.