- Het Brabantse bedrijf LocalTea heeft een winterharde theeplant ontwikkeld die goed gedijt in het Europese klimaat.
- De thee van het bedrijf is inmiddels te koop bij meer dan 900 winkels.
- Samen met de ondernemers van De Vegetarische Slager werkt LocalTea nu aan internationale uitbreiding.
Steeds meer consumenten hebben door dat het kopen van lokale producten een positieve impact heeft op mens en milieu. Maar soms wordt iets niet lokaal geproduceerd.
Thee was een van die producten: bijna alle thee die wereldwijd wordt gedronken komt uit Azië.
Kwam uit Azië, moeten we zeggen. Want sinds drie jaar bestaat er uit ook thee van Nederlandse bodem, van het bedrijf LocalTea.
Kweker Johan Jansen uit het Brabantse Zundert slaagde erin om een theeplant te ontwikkelen die bestand is tegen het Europese klimaat. Onder het motto let’s make tea local wordt zijn thee inmiddels verkocht bij verschillende supermarkten en groothandels in ons land, waaronder Plus, SPAR, Sligro en Makro.
Ook ontwikkelde LocalTea een theeplant die bij Intratuin verkocht wordt en waarmee mensen thuis hun eigen thee kunnen maken.
Business Insider sprak met Johan Jansen en theemaker Dionne Oomen van LocalTea over het ontstaan van het bedrijf, de voordelen van lokale thee en hun ambities om heel Europa van lokale thee te voorzien.
Hoe kom je op het idee om een eigen theebedrijf te beginnen?
Jansen: “Toen ik 13 jaar geleden in China was, leerde ik daar thee maken. Hoewel ik al mijn hele leven een fervent theedrinker was (aangestoken door mijn opa) kwam ik er daar pas achter dat alle soorten thee gemaakt wordt van dezelfde plant. Het verschil tussen groene thee, zwarte thee, witte thee en bijvoorbeeld oolong zit in de manier waarop de blaadjes geplukt en verwerkt worden. Maar voor alle soorten thee is de Camellia Sinensis de basis."
"Het triggerde me dat ik dat niet wist, terwijl ik niet alleen een fervent theedrinker was maar ook de eigenaar van een plantenbedrijf: Special Plant Zundert. Het bracht me op het idee om winterbestendige theeplanten te ontwikkelen en zo ook andere mensen te laten ervaren wat ik in China leerde.”
Dat klinkt niet eenvoudig, een subtropische plant winterbestendig maken...
Lachend: “Dat bleek ook heel lastig. Na veel uitproberen en testen, is het na acht jaar gelukt om een theeplant te ontwikkelen die hier goed groeit in onverwarmde kassen, tunnels en gewoon op de koude grond."
"En toen hadden we het plantje, maar dan heb je nog geen merk. Oorspronkelijk had ik het idee dat wij de planten zouden kweken voor een andere partij die de thee dan zou produceren en verkopen, maar dat bleek lastig. Daarop besloten we het zelf te doen."
"Samen met Dionne en theesommelier Anne hebben we uiteindelijk verschillende smaken en melanges ontwikkeld. Onder de naam LocalTea is onze thee nu verkrijgbaar bij meer dan 900 winkels in ons land.”
Er is dus wel een markt voor Nederlandse thee?
Jansen: "Zeker wel. We hebben nog nooit echt sales of een pitch hoeven doen. Iedereen die ons verhaal kent, vindt het leuk en interessant wat we doen."
"Maar er moeten wel nog meer samenwerkingen komen om onze boodschap nog verder te verspreiden. Er zijn veel consumenten die ons nog niet kennen, vandaar dat we onze pijlen ook hebben gericht op het verder uitbreiden van onze retailtak."
Oomen: “Uit onderzoek blijkt dat 33 procent van de consumenten in ons land bewust inkoopt bij het boodschappen doen. Die mensen bereiken wij nu nog lang niet allemaal."
"We willen uiteindelijk lokale thee beschikbaar maken voor iedereen. Ook voor de mensen die nu misschien nog niet weten dat wij bestaan. Daarom is het op dit moment in ons groeiproces als bedrijf belangrijk om onze boodschap zo wijd mogelijk te verspreiden. We hopen op termijn bij alle supermarkt- en biologische ketens in het schap te liggen zodat de consument een bewuste keuze kan maken als hij of zij thee koopt.”
Is kiezen voor lokale thee ook echt een duurzame keuze?
Oomen: “Ja. Door voor lokale thee te kiezen, houd je de keten kort. We waren ons er natuurlijk al van bewust dat zo’n kortere keten impact heeft op het water-, energie- en CO2-verbruik per kopje thee, maar toen we de resultaten terugkregen van een onafhankelijk onderzoek van de UVA waren we verbaasd over de uitkomst. Voor onze thee is 99 procent minder water en energie en 96 procent minder CO2 nodig dan voor thee uit het buitenland."
"Door lokale thee te drinken heb je daarnaast niet alleen beter zicht op de arbeidsomstandigheden waaronder de thee geproduceerd wordt, maar ook op de kwaliteit van de thee die je drinkt. Van veel supermarktthee is het onduidelijk wat er precies in de zakjes zit. Vaak wordt de hele plant vermalen tot gruis, terwijl goede thee alleen bestaat uit de jonge blaadjes."
"Wij willen niet alleen thee verkopen, maar mensen ook bewust maken van wat ze drinken en welke weg thee aflegt voordat het in je kopje belandt.”
Waar groeit dit allemaal naartoe?
Jansen: “Onze theeplant is niet alleen geschikt voor het Nederlandse klimaat; in principe zou hij overal in Europa kunnen gedijen, en ook in de VS. Naast de groei van de Nederlandse markt, richten we ons daarom ook op het buitenland."
"Dat doen we door middel van een franchisemodel waarbij lokale ondernemers theeplantages opzetten onder ons merk, om hun lokale markt te bedienen."
"Jaap Korteweg en Niko Koffeman, oprichters van De Vegetarische Slager, zijn onlangs ook met een minderheidsbelang in ons bedrijf gestapt. Het geld dat daarmee vrijkomt, willen we gebruiken voor verdere internationale expansie, onder meer in Duitsland, België en Frankrijk."
"Ons uiteindelijke doel is dat iedereen ter wereld die thee wil drinken, kan kiezen voor lokale thee. Want waarom zou je nog voor een product van ver kiezen als er ook een kwaliteitsproduct verkrijgbaar is dat uit de buurt komt?”
Lees meer over Better Capitalism:
- Verknocht aan je cappuccino met havermelk? Door deze onderneemster kun je die voortaan ook drinken op kantoor uit de koffiemachine
- Deze 24 duurzame ETF’s kun je krijgen bij Nederlandse brokers en beurzen van Euronext – hier moet je op letten als belegger
- Oude NS-treinen eindigen niet zomaar op de afvalberg – maar liefst 99% van de materialen krijgt een tweede leven