De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent hoger op 14.839,80 punten. De breder samengestelde S&P 500 steeg 0,3 procent tot 1597,56 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq eindigde op 3328,79 punten, een winst van 0,7 procent.

De bedrijvigheid van de industrie rond Chicago is in april onverwacht afgenomen. Het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten daarentegen steeg sterker dan verwacht, net als een maandelijkse index van de huizenprijzen in 20 grote Amerikaanse steden.

Apple

De Nasdaq werd gesteund door een flinke koerswinst van zwaargewicht Apple. Amerikaanse media meldden dat investeerders veel belangstelling hebben voor een obligatielening die Apple van plan is uit te geven.Apple won bijna 3 procent.

Ook in de Dow trokken technologieaandelen de kar. De sterkste stijger onder de hoofdfondsen in New York was IBM. De computerfabrikant werd 1,7 procent meer waard. Softwaregigant Microsoft volgde met een koerswinst van 1,5 procent.

Pfizer

Farmacieconcern Pfizer bungelde onderaan de Dow met een verlies van 4,5 procent. Het bedrijf maakte voorbeurs bekend dat het flink last heeft van ongunstige wisselkoersen en heeft de winstverwachting voor dit jaar naar beneden bijgesteld. Branchegenoot Merck deelde in de malaise en verloor 1,7 procent.

De tegenvallende cijfers over de industrie zetten de prijzen van grondstoffen onder druk. De prijs van Amerikaanse ruwe olie daalde op de termijnmarkt 1,5 procent tot 93,05 dollar per vat. Brentolie werd 2,1 procent minder duur en kostte per vat 101,67 dollar.

Op de valutamarkt was de euro 1,3167 dollar waard. Aan het einde van de beurshandel in Europa eerder op de dag werd de Europese eenheidsmunt voor 1,3170 dollar verhandeld.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl