Letland mag als 18e land de euro gaan voeren. Het Baltische land heeft alles op orde om zijn lats in te ruilen voor de gemeenschappelijke Europese munt per 1 januari 2014, zo concludeerde de Europese Commissie woensdag. Ook de Europese Centrale Bank is positief over Letland.

Een van de voorwaarden om de munt te gaan gebruiken, is een lage inflatie. Die is in Letland 1,3 procent. Ook moet het land de overheidsfinanciën op orde hebben en niet een te hoog begrotingstekort hebben. Dat wist het land terug te dringen van 8,1 procent in 2010 tot 1,2 procent in 2012.

Daarnaast kijkt de commissie naar de langetermijnrente en de wisselkoers. Bovendien moet nationale wetgeving in lijn zijn met de Europese regels. Letland voldoet, aldus het dagelijks bestuur van de EU.

Voorbeeldig

Europees Commissaris Olli Rehn (economische zaken en de euro) noemt Letland voorbeeldig. Het land wist uit een diepe recessie te kruipen door stevige maatregelen te treffen. ,,En dat betaalt zich uit: Letland zal naar verwachting dit jaar de snelst groeiende economie in de EU worden”, voorspelt Rehn.

De EU-lidstaten hebben het laatste oordeel over de toetreding van Letland tot de muntunie. Naar verwachting zullen de ministers van Financiën van alle EU-landen in juli het definitieve besluit nemen, nadat de regeringsleiders er tijdens hun EU-top over hebben gesproken en het Europees Parlement ook zijn mening heeft gegeven.

Risico's

De Europese Centrale Bank (ECB) gaf woensdag ook aan dat Letland aan de eisen voor toetreding tot de eurozone voldoet. De bank ziet echter ook risico's in de Letse economie. Zo waarschuwde de ECB voor de grote hoeveelheid aan buitenlands geld bij banken in de Baltische staat.

Aan het einde van het eerste kwartaal stond er bij bij banken in Letland in totaal voor 7 miljard euro aan buitenlandse tegoeden uit. Dat bedrag komt overeen met circa een derde van de omvang van de Letse economie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl