- Een motie van de Tweede Kamer om de snelheidslimiet binnen de bebouwde kom te verlagen naar 30 km per uur werd door minister Harbers genegeerd.
- Onderzoekers geven aan dat wegen er ‘geloofwaardig’ uit moeten zien om langzamer rijden te stimuleren, zo meldt Binnenlands Bestuur.
- Toch blijkt ook dat verkeer in veel steden al nauwelijks harder kan rijden dan een gemiddelde van 30 kilometer per uur.
- Lees ook: We maakten kennis met de ZEEKR 001: een sportieve en luxueuze Chinese elektrische auto die dit najaar op de Nederlandse markt komt
Minister Harbers van Infrastructuur & Waterstaat negeerde onlangs een oproep van gemeenten om de wettelijke bepaling van de maximumsnelheid in de bebouwde kom te verlagen naar 30 kilometer per uur. Volgens de minister hebben gemeenten al genoeg mogelijkheden zelf 30 km-zones in te stellen én is weinig ruimte wegen zo in te richten dat automobilisten ook daadwerkelijk trager gaan rijden, schrijft Binnenlands Bestuur.
Onderzoekers geven ook aan dat wegen er wel ‘geloofwaardig’ uit moeten zien om een lagere snelheid te garanderen. In de steden wordt doorgaans immers niet op snelheid gehandhaafd door de politie.
Toch zijn er duidelijke voordelen voor de verkeersveiligheid. “Bij een snelheid van 30 km/u overleeft 95% van de voetgangers een botsing met een auto, tegenover 85% bij 50 km/u”, stelt de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Veiligheidsbeleid.
Opvallend is overigens dat de daadwerkelijk gerealiseerde gemiddelde snelheid van automobilisten in veel steden al op 30 kilometer per uur ligt.