De financiële positie van grote pensioenfondsen in Nederland is in het derde kwartaal verder aangetast. Bij ambtenarenfonds ABP en zorgfonds PFZW is de omvang van de bezittingen weer onder het niveau van de verplichtingen gezakt.
De onrust op de financiële markten door de haperende groei van de Chinese economie en de lage rente zijn de boosdoeners. Vier van de vijf grootste fondsen kregen zulke harde tikken dat hun dekkingsgraad onder de 100 procent is gezakt, blijkt uit de vrijdag gepubliceerde kwartaalberichten.
Tekorten bij ABP en andere grote fondsen
De dekkingsgraad meet de verhouding tussen de bezittingen en de som van alle toekomstige uitkeringsverplichtingen. Bij een waarde van 100 procent staat er tegenover elke euro aan bezittingen precies één euro aan bezittingen. Bij een lager percentage is de som van de verplichtingen groter dan de waarde van de bezittingen.
De grote fondsen zoals ambtenarenfonds ABP (99,7), zorgfonds PFZW (99 procent) en de metaalfondsen PME (99 procent) en PMT (99,8 procent), hebben gemeten over twaalf maanden een te laag minimaal vereist eigen vermogen. Daar is overigens al sprake van als de dekkingsgraad onder de 104 tot 105 procent komt.
Ondernemingsfondsen AEX-bedrijven: ook hogere verplichtingen
Voor pensioenfondsen van ondernemingen uit de AEX-Index geldt ook dat die dit jaar met hogere verplichtingen kampen, zo meldt adviesbureau Mercer vrijdag. In totaal gaat het om een toename met 5 miljard euro in 2016, die bovenop een stijging van 14 miljard euro in 2014 komt.
Mede door het afdekken van renterisico's hebben ondernemingspensioenfondsen minder last gehad van de lage rente. "De daar tegenoverstaande pensioen beleggingen daalden door de druk op de aandelenbeurzen echter naar circa 171 miljard, waardoor de netto pensioenverplichtingen zijn toegenomen", aldus Mercer.
Herstelplannen: nieuwe maatregelen?
De grote pensioenfondsen beslissen de komende weken of, en zo ja welke, aanvullende maatregelen ze willen nemen om hun buffers de komende jaren aan te vullen. Dat geven ze aan in nieuwe herstelplannen die ze begin volgend jaar moeten indienen bij toezichthouder De Nederlandsche Bank. Die moet vervolgens nog akkoord gaan met de voorgestelde maatregelen.
Volgens de Pensioenfederatie zal een en ander de komende jaren nog vrijwel nergens leiden tot verlaging van de pensioenen. Maar voor miljoenen deelnemers raakt een verhoging van de pensioenen met de inflatie (indexering) steeds verder uit beeld, zegt de koepelorganisatie.
Pensioenfondsen zuchten al langer onder de aanhoudend lage rente, die het effect heeft dat de pensioenverplichtingen van de fondsen flink stijgen. Dat kon het afgelopen kwartaal in de verste verte niet worden gecompenseerd door de rendementen op beleggingen.
Alle fondsen wijzen in dat verband naar China, waarvan de groeiverwachtingen sterk zijn afgenomen. Dat veroorzaakt grote onrust op de financiële markten, die de beleggingsportefeuilles van de pensioenfondsen hard raakte. Vooral op aandelen maar ook op beleggingen in grondstoffen werden miljarden verloren.
Dat had bij ABP bijvoorbeeld tot gevolg dat het beschikbare vermogen met 11 miljard euro afnam tot 345 miljard euro. Het grootste pensioenfonds boekte een negatief rendement van 3,1 procent. Bij PFZW, het op een na grootste fonds, daalde het belegd vermogen met 4,8 miljard euro tot 161,4 miljard euro, bij een negatief rendement van 3,2 procent.
Bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl