Het tijdperk van de lage rentes is voorlopig nog niet voorbij.
De Europese Centrale Bank (ECB) houdt de rente zeker nog tot en met de eerste helft van volgend jaar op het huidige, zeer lage niveau. Dat heeft de centrale bank besloten donderdag op zijn beleidsvergadering, die dit keer plaatsvond in de Litouwse hoofdstad Vilnius.
Bij de ECB is het traditie om eens per jaar ergens anders te vergaderen dan in het hoofdkantoor in Frankfurt.
De ECB had eerder gezegd dat de rente zeker tot en met eind dit jaar op het huidige niveau zou blijven. De herfinancieringsrente blijft nu dus 0 procent. Dat betekent dat banken gratis geld kunnen lenen bij de ECB. De depositorente staat op min 0,4 procent. Als banken geld in Frankfurt stallen, leggen ze daar geld op toe.
ECB-president Mario Draghi geeft later een toelichting op het rentebesluit. Zijn termijn loopt eind oktober af en de Italiaan heeft sinds hij ECB-baas werd in november 2011 nog nooit de rente verhoogd.
De lage rente zorgt er aan de ene kant mede voor dat de rente op spaarrekeningen nagenoeg is verdwenen. Aan de andere kant maakt het geld lenen goedkoper, waardoor bijvoorbeeld de hypotheekrente erg laag is. Op die manier probeert de ECB de Europese economie en inflatie te stimuleren.
De lage rente is tevens een hoofdpijndossier voor pensioenfondsen. Die moeten meer geld reserveren om aan hun verplichtingen op lange termijn te kunnen voldoen, waardoor hun financiële positie onder druk is komen te staan.
LEES OOK: De rente blijft mogelijk nog heel lang laag – dit zijn de gevolgen voor je hypotheek, spaargeld, pensioen en autofinanciering
Rente laag in Europa én de VS
De stap van de ECB volgt kort na een toespraak van voorzitter Jerome Powell van de Amerikaanse Federal Reserve. Voor het eerst in maanden heeft de baas van de Amerikaanse centrale bank een hint gegeven dat de Amerikaanse rente mogelijk omlaag gaat.
Analisten wijzen erop dat de Federal Reserve hiertoe min of meer gedwongen wordt, omdat de handelsoorlog van Donald Trump met China een serieuze bedreiging begint te worden voor de economische groei.
Hoe langer de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China voortduurt, hoe groter de schade. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kunnen alle al ingevoerde importheffingen en de recent aangekondigde extra tarieven de wereldeconomie volgend jaar 0,5 procentpunt aan groei kosten. Dat komt neer op zo’n 455 miljard dollar oftewel meer dan de omvang van de economie van Zuid-Afrika.