- De aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt kan aanzienlijk verlicht worden door een groep van 200.000 gepensioneerden die graag wil werken.
- Voor deze mensen is geld ondergeschikt en moet het werk vooral leuk zijn en moeten ze de tijden zelf kunnen bepalen, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Tilburg.
- Vorig jaar steeg het aantal werkende ouderen van 14,1 naar 17,1 procent. Omgerekend zijn dat 333.000 mensen.
- Lees ook: Doorwerken na pensioen? Per 1 juli krijg je minder lang doorbetaald bij ziekte: 6 in plaats van 13 weken
Ook dit jaar blijft het voor werkgevers lastig om nieuwe mensen te vinden. Maar dat komt gedeeltelijk doordat ze een groeiende groep gemotiveerde werknemers over het hoofd zien: gepensioneerden. Uit onderzoek van de Universiteit van Tilburg blijkt dat zo’n 200.000 65-plussers heel makkelijk over de streep zijn te trekken om weer aan de slag te gaan, meldt het FD.
Volgens de financiële krant is 1 op de 10 gepensioneerden gemotiveerd om weer aan de slag te gaan. Het gaat ze hierbij niet eens om het geld dat ze ermee verdienen, dat is bijzaak. Het belangrijkst is dat ze het werk leuk vinden en dat ze de werktijden zelf mogen bepalen.
Werkgevers laten dit onbenutte potentieel liggen omdat het aannemen van gepensioneerden vaak nog taboe is, stelt het onderzoek. Daarnaast zijn er ook praktische problemen, zoals het feit dat gepensioneerden nooit voltijdse functies zullen vervullen. Dat neemt niet weg dat ze van onschatbare waarde kunnen zijn door bijvoorbeeld hun kennis over te brengen op jongere werknemers, of door in te springen tijdens ziekte of op minder populaire werktijden.
De afgelopen jaren is al een stijging te zien in de arbeidsparticipatie onder pensioengerechtigden. In de groep 65 tot 75-jarigen steeg het percentage dat nog werkt van 14,1 procent naar 17,1 procent vorig jaar, tonen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat zijn 333.000 werkenden op een totaal van 1,9 miljoen.
Onder 67-jarige mannen ligt het percentage dat doorwerkt hoger. Bijna drie op de tien was eind vorig jaar nog in touw voor een betaalde baan. Eind 2021 was dat 21,7% en en tien jaar geleden 17,6%.