Rond 15.45 uur stond de Amsterdamse AEX-index 0,1 procent lager op 366,52 punten. De MidKap steeg nog wel 0,1 procent tot 651,52 punten. De FTSE-index in Londen noteerde vlak. In Frankfurt en Parijs verschenen minnen van 0,3 tot 0,6 procent op de borden.
,,Er gebeurt heel weinig”, concludeerde beleggingsstrateeg Michel van der Stee van Van Lanschot Bankiers. ,,Iedereen wacht op de komende kwartaalcijfers. Bedrijven moeten dan een goed verhaal hebben, want afgelopen week hebben we gezien dat de beurs niet soepel omgaat met tegenvallers.”
Beurswaarde
Van der Stee doelde daarbij op TNT, dat vrijdag ruim 12 procent van zijn beurswaarde verloor nadat het concern een winstwaarschuwing had afgegeven. Maandag herstelde het aandeel enigszins met een plus van 3,8 procent. Daarmee was het de koploper in de AEX.
De beurskoersen van Europese autofabrikanten gingen onderuit, na een afwaardering door Credit Suisse. Analisten van de bank adviseerden beleggersautoproducenten een minder prominente rol te geven in aandelenportefeuilles. Renault en PSA Peugeot Citroën verloren tot 2 procent in Parijs, waar bandenfabrikant Michelin 1 procent inleverde. In Frankfurt werden Daimler en Volkswagen tot 3 procent minder waard.
Opluchting
In Londen zorgde een rapport van de Britse bankencommissie IBC voor opluchting. Volgens analisten voldoen de nieuwe eisen die aan banken worden opgelegd aan de verwachtingen. Barclays en Royal Bank of Scotland wonnen tot 3,6 procent.
De olieprijs daalde maandag circa 0,6 procent. Geruchten over onderhandelingen in Libië drukten de prijs. Voor een vat ruwe Amerikaanse olie werd 112,12 dollar betaald. Brentolie ging voor 126,04 dollar per vat van de hand. De aandelen van de Europese olieconcerns Shell en BP gingen 0,3 tot 0,6 procent achteruit.
De euro was maandag aan het begin van de middag 1,4450 dollar waard tegen 1,4440 dollar bij het slot van de Europese beurshandel op vrijdag.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl