Onderzoekers van de Universiteit van Tilburg concluderen dat op grond van
gegevens van 1,1 miljoen verkopen van schilderijen, tekeningen en prenten
door veilinghuizen vanaf 1951. De waarde van kunstwerken nam tot 2007 toe
met gemiddeld 4 procent per jaar.
Prijzen van kunstwerken worden volgens de onderzoekers vooral bepaald door de
reputatie van de maker en de echtheid van het werk. Ook het onderwerp telt
mee. Zelfportretten en stadsgezichten leveren het meest op.
De Tilburgse hoogleraar Luc Renneboog en zijn promovendus Christophe Spaenjers
ontdekten dat de waarde van olieverfschilderijen de laatste jaren sterker
stijgt dan die van tekeningen en prenten. Verder doen naoorlogse
kunststromingen zoals het abstract expressionisme en popart het beter dan
vroegere werken.
De aandacht voor de kunst als investering is te verklaren uit prijsstijgingen
van de afgelopen jaren toen de waarde per jaar gemiddeld met 11,6 procent
steeg.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl