- De Nederlandse economie kromp in het eerste kwartaal van 2023 op kwartaalbasis iets minder hard dan verwacht: 0,3 procent in plaats van 0,7 procent.
- Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van nieuwe informatie.
- De groei van het aantal nieuwe banen is naar beneden bijgesteld. In het eerste kwartaal van 2023 kwamen er op kwartaalbasis 49.000 banen bij.
- Lees ook: Herstel consumentenvertrouwen stagneert: koopbereidheid licht lager in juni
De Nederlandse economie kromp in het eerste kwartaal van dit jaar op kwartaalbasis met 0,3 procent, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) na een tweede berekening.
Het cijfer werd daarmee opwaarts bijgesteld. Bij de eerste berekening in mei kwam de krimp ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022 nog uit op 0,7 procent.
De opwaartse bijstelling is volgens het CBS vooral toe te schrijven aan de handelsbalans en de investeringen. Zo daalde de uitvoer van goederen minder hard en steeg de uitvoer van diensten sterker. Ook de invoer van goederen en diensten is opwaarts bijgesteld, maar minder sterk dan de uitvoer.
De bijstelling is ook toe te schrijven aan nieuwe, completere data over het eerste kwartaal van 2023 en aan het beschikbaar komen van nieuwe jaarcijfers voor 2021 en 2022 en het aansluiten van de kwartaalramingen op die nieuwe jaarcijfers. Dat gebeurt elk jaar in juni.
Op basis van nieuw beschikbaar gekomen informatie is de groei van de economie in 2022 aangepast van 4,5 procent naar 4,3 procent. De economische groei in 2021 is vastgesteld op 6,2 procent, dat was 4,9 procent bij de vorige berekening.
Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het eerste kwartaal met 1,9 procent. Volgens de eerste berekening was dat ook 1,9 procent. De groei in het eerste kwartaal van 2023 is toe te schrijven aan de investeringen, de consumptie door huishoudens en de overheidsconsumptie.
Minder banen erbij in eerste kwartaal van 2023
Volgens de tweede berekening groeide het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het eerste kwartaal met 49.000 ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022. De eerste berekening kwam uit op een toename van 63.000 banen.
Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2022 waren er in het eerste kwartaal van 2023 volgens de tweede berekening 270.000 banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 278.000 banen.