- De Nederlandse economie groeide in het slotkwartaal van 2019 met 1,5 procent.
- Over heel 2019 kwam de groei uit op 1,7 procent, duidelijk lager dan de 2,6 procent groei van 2018.
- De werkloosheid daalde in december tot 316.000 personen.
- Tegelijk is het aantal openstaande vacatures gestegen.
- De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe. Sterke groeisectoren zijn de zorg, horeca en handel en de zakelijke dienstverlening.
Voor werkgevers is het in de laatste drie maanden van het jaar weer lastiger geworden nieuw personeel te vinden. Het aantal werklozen nam in het vierde kwartaal licht af ten opzichte van het voorgaande kwartaal, terwijl het aantal vacatures steeg. Daardoor nam de krapte op de arbeidsmarkt toe, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De krapte op de arbeidsmarkt houdt aan tegen de achtergrond van een economie die afgelopen jaar minder hard groeide dan in eerdere jaren. De economische groei kwam in 2019 uit op 1,7 procent, terwijl dat in 2018 nog 2,6 procent was.
In het slotkwartaal van 2019 groeide de economie vergeleken met een jaar eerder met 1,5 procent, wat iets minder is dan in de voorgaande kwartalen. Belangrijkste impuls voor de groei kwam van de consumptieve uitgaven van huishoudens en de investeringen van bedrijven.
Krapte op arbeidsmarkt houdt aan
Het aantal werklozen in Nederland nam in de periode van oktober tot en met december 2019 met 3.000 af tot 316.000 werklozen. Tegelijk steeg het aantal openstaande vacatures steeg met 3.000 tot 291.000. Daardoor nam de spanning op de arbeidsmarkt toe tot 92 vacatures per honderd werklozen. Dat is te zien in onderstaande grafiek.
Het totale aantal banen in Nederland steeg in het vierde kwartaal met 0,4 procent tot 10,7 miljoen. Daarmee neemt het aantal banen al bijna zes jaar lang ieder kwartaal toe.
Het aantal banen nam in het vierde kwartaal van 2019 het sterkste toe in de zorg, met een plus van 13.000 vergeleken met het derde van 2019.
Andere sectoren waar het aantal banen fors toenam waren handel, transport en horeca (samen 10.000 banen erbij), de zakelijke dienstverlening (een plus van 6.000), de industrie (plus 4.000) en het openbaar bestuur (ook een plus van 4.000)