De baas van het grootste pensioenfonds van Nederland zet zich schrap tegen korting op de pensioenen.
Vier van de vijf grote pensioenfondsen dreigen pensioenen te gaan korten. En dat is volgens Corien Wortmann, bestuursvoorzitter van ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) niet meer uit te leggen aan het publiek, zegt ze in een interview met De Telegraaf.
Samen met enkele andere pensioenfondsen wil ABP een plan opstellen, waarmee kortingen kunnen worden voorkomen. “Ons pensioenvermogen is in tien jaar verdubbeld, maar de deelnemers hebben daar geen cent van gekregen”, zegt Wortmann in de krant.
Volgens de bestuurster zijn de huidige regels niet meer houdbaar en dat wordt breed gedeeld. “We zitten nu in een stelsel waarin we ons arm moeten rekenen. De spelregels van het huidige contract zijn failliet, we hebben snel nieuwe spelregels nodig. Anders maken we ons pensioen tot een speelbal.”
De fondsen stellen volgens de krant minister Koolmees van Sociale Zaken binnenkort voor om de spelregels te versoepelen. Ze gaan voorstellen om niet meer alleen met de extreem lage rente te rekenen, maar ook een deel van de toekomstige rendementen op beleggingen in te calculeren. “We zitten nu in een stelsel waarin we ons arm moeten rekenen”, aldus Wortmann.
Pensioenfondsen zetten hun volle lobbykracht in om huidige gepensioneerden te beschermen tegen korting op de pensioenen. Koepelorganisatie de Pensioenfederatie schetste maandag in een analyse een tamelijk dramatisch beeld van de pensioenkortingen.
In augustus zagen ambtenarenpensioenfonds ABP en Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn (PFZW) hun zogenoemde dekkingsgraad tot onder de 90 procent zakken. Bij zo’n ongunstige verhouding tussen de bezittingen en de uitkeringsverplichtingen van een pensioenfonds, komen twee onwenselijke gevolgen in beeld: het verhogen van de pensioenpremies en het korten op opbouw en uitkeringen van pensioenen.
Het risico van pensioenkortingen is reëel, liet het Centraal Planbureau (CPB) vorige week al weten. Maar ook bij een verdere daling van de rente en zakkende beurskoersen zijn de gevolgen voor 2020 nog beperkt, aldus het CPB.
De pensioenuitkeringen en -opbouw zouden er volgend jaar 0,2 tot 0,3 procent op achteruitgaan, schat het Planburau. Als de totale kortingen over een langere periode van tien jaar worden uitgesmeerd, zou het om iets meer dan 6 procent pensioenkorting over tien jaar gaan, zo valt af te leiden uit de prognose van het CPB.
Korting pensioen? Reken maar op 8%
Maar de Pensioenfederatie trekt nu harder aan de bel. De koepelorganisatie schrijft “dat verlagingen van bijvoorbeeld 8 procent of meer niet denkbeeldig zijn”. Het is ook maar de vraag of die over meerdere jaren worden uitgesmeerd. Een “stapeling van verlagingen” behoort ook tot de mogelijkheden, aldus de belangenbehartiger. Dit heeft mede te maken met strengere rekenregels voor pensioenfondsen die in 2021 worden geïntroduceerd.
Om de dalende pensioenopbouw te compenseren zouden ook de pensioenpremies met maar liefst 10 tot 30 procent moeten stijgen, aldus de pensioenclub. Dit treft vooral werknemers die bij pensioenfondsen zijn aangesloten.
Volgens de Pensioenfederatie wordt de rekenrente, waarmee pensioenfondsen berekenen hoeveel geld zij in kas moeten hebben, te veel beïnvloed door de (lage) marktrente.
Vanaf 2021 gaat die marktrente nog zwaarder meetellen in het berekenen van de rekenrente en “kan dat bij een fonds met een jonge populatie 10 procentpunt daling van de dekkingsgraad tot gevolg hebben”. Wat weer zou leiden tot lagere pensioenopbouw en -uitkeringen en/of hogere premies.