Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) concludeerde dit
vrijdag na doorrekening van de nieuwe maatregelen.
Volgens het oorspronkelijke regeerakkoord zouden de zorgpremies
inkomensafhankelijk worden, maar na protesten over de koopkrachtgevolgen
hiervan pasten VVD en PvdA de afspraken aan. Dat gebeurde vooral onder druk
van de VVD-achterban.
Volgens het nieuwe akkoord blijft het systeem van zorgpremies zoals het is,
maar worden er wel via de belastingen maatregelen genomen om de
inkomensverschillen kleiner te maken.
Middeninkomens minder zwaar geraakt
Volgens het Nibud, dat eerder deze week op verzoek van de Tweede Kamer al het
oorspronkelijke pakket doorrekende, blijven er de komende regeerperiode
koopkrachteffecten voorkomen die variëren van min 15,9 tot plus 5,2 procent.
Door de nieuwe maatregelen leveren bepaalde huishoudens maximaal 2,9 procent
extra aan koopkracht in en gaan andere er maximaal 6,1 procent extra op
vooruit. Zo ging een alleenstaande met een inkomen van 75.000 euro er in het
eerste regeerakkoord 8,2 procent op achteruit. In het nieuwe akkoord is dat
nog slechts 2,1 procent.
Alleenstaande ouder
Alleenstaande ouders met één kind en een bijstandsinkomen moeten een
koopkrachtdaling van 5,2 procent tegemoetzien, blijkt verder uit de
Nibudcijfers. Volgens de oude plannen was dat 6,4 procent. Met twee kinderen
is de achteruitgang kleiner omdat het kindgebonden budget voor het tweede
kind meer stijgt dan voor het eerste kind.
Mensen met vervroegd pensioen gaan er ook in het nieuwe akkoord nog steeds
flink op achteruit: bijna 16 procent. Ook 65-plussers met een aanvullend
pensioen blijven inleveren: tussen de 0,2 en de 10,4 procent.
Het Nibud onderstreept dat er in deze cijfers nog veel kan veranderen. De
plannen van het kabinet kunnen gewijzigd worden en de economische
ontwikkeling is moeilijk te voorspellen.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl