Op het moment vindt een economisch fenomeen plaats waarvan velen zich hebben afgevraagd of het überhaupt mogelijk was. De rente op sommige obligaties, van landen en ook van grote bedrijven, zijn negatief geworden.

Dat wil zeggen dat je als je een obligatie koopt, je toelegt op het geld dat je uitleent aan een staat of bedrijf, schrijft Vox.

Op het eerste gezicht lijkt dit volkomen absurd. Waarom houd je je geld gewoon niet in je zak, in plaats van een obligatie te kopen waarop je gegarandeerd geld gaat verliezen?

Nestlé en Denemarken

Dit is de stand van zaken: op dinsdag werd met een looptijd van vier jaar de obligatie van Nestlé verhandeld met een negatieve rente. Datzelfde gold vorige week kortstondig voor een obligatie van Shell. De rente op de vijfjarige obligatie van Nederland, Zweden en Oostenrijk is negatief. En van een zesjarige obligatie van Duitsland en Denemarken. En een 13-jarige van Zwitserland. Donderdag werd de rente van kortlopende staatsschuld van Frankrijk en Slowakije negatief.

Hoe kan dit? Het fenomeen heeft een aantal oorzaken. Ten eerste zijn beleggers negatief over de Europese economie. In dat geval zijn obligatieleningen een veilige belegging. Ten tweede is staatspapier van stabiele, en dus gewilde landen, zoals Duitsland, schaars. De stabielste eurolanden hebben geen zin om schulden te maken en zo de economie te stimuleren.

Gokken op ontkoppeling

Let erop dat in het het rijtje hierboven twee niet-euro-landen zitten: Denemarken en Zwitserland. Daar begon het mee. Tot Zwitserland het koord liet schieten, hadden beide landen hun munteenheid gekoppeld aan de euro.

Op de lange termijn, redeneren de investeerders, kunnen deze landen die koppeling niet volhouden: hun economieën zijn veel sterker dan de zuidelijke eurolanden, die de koers van de euro omlaag brengen. Vroeg of laat zullen ze dus de koers van hun valuta moeten vrijgeven, en zal hun munt meer waard worden dan de euro.

Duitse rente zal altijd lager zijn dan Spaanse

Vervolgens kondigde de Europese Centrale Bank - eindelijk, volgens sommigen - aan kwantitatieve verruiming te gaan doen. Met andere woorden, met bijgedrukte euro's staatsschuld te gaan opkopen. Maar één euro-obligatie bestaat niet: de ECB moet gedoseerd staatspapier van verschillende eurolanden gaan opkopen. Dit drijft de rentes van 'sterke' staatsschuld verder naar beneden. Als je de Spaanse rente naar beneden brengt, veert de Duitse mee, onder nul.

Waarom kopen beleggers dan toch een obligatie met negatieve rente? Om te beginnen blijft het een veilige belegging. Je kunt je geld op een rekening laten staan, maar je geld is daar niet helemaal veilig. De meeste Europese landen garanderen spaartegoeden tot 100.000 euro. Als je veel meer hebt dan dat, en je niet het risico wil lopen dat je bank failliet gaat, zul je er toch iets mee aan moeten.

Goedkoper dan centralebank-heffing

En dan heb je de beleggingsfondsen. De beleggen vaak volgens vaste regels. Als pensioenfonds moet je wellicht een gedeelte van je portefeuille in staatspapier aanhouden. Beleggen op de automatische piloot, dus.

Banken hebben ook weinig keus wat ze met hun overtollige geld aan moeten. Ze kunnen alles boven hun wettelijk verplichte buffer bij hun centrale bank parkeren. Maar de Europese Centrale Bank heft daar op het moment een toeslag op. Liever neem je als bank die tijdelijke negatieve rente voor lief, dan die toeslag te moeten betalen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl