Knot is huidig president van De Nederlandsche Bank (DNB) en was destijds directeur toezicht beleid bij de toezichthouder. Nadat Nederland, België en Luxemburg eind september 2008 een belang in het Fortis-concern hadden genomen, bleek de bankverzekeraar nog niet gered. De miljarden aan spaargeld vlogen weg, waarna een nationalisatie volgens Knot nog de enige weg was.
Tijd voor een buitenlandse overname was er volgens Knot niet meer. Een buitenlandse partij had geen fatsoenlijk boekenonderzoek meer kunnen doen bij Fortis, want de bank zou in pakweg twee dagen door zijn geld heen zijn. ,,Als we Fortis niet hadden gered, hadden we in Europa een tweede Lehman gehad”, aldus Knot. En dat had volgens de huidige bankpresident het vertrouwen in herstel van de financiële stabiliteit blijvend weggeslagen.
Verantwoord
Nederland betaalde uiteindelijk 16,8 miljard euro voor de Nederlandse onderdelen van Fortis. De prijs was volgens Knot van minder belang, het ging vooral om de stabiliteit van het financieel systeem. Knot sprak van ,,een verantwoorde prijs”.
De enquêtecommissie die overheidsmaatregelen ten tijde van de kredietcrisis onderzoekt, sprak maandag ook met DNB’ers over steunoperaties aan ING en Aegon. Uit het verhoor van Rudi Kleijwegt, destijds bij DNB verantwoordelijk voor het toezicht op banken, bleek dat de toezichthouder aanvankelijk anders dacht over steun aan ING dan het ministerie van Financiën.
DNB wilde in het najaar van 2008 dat er een directe oplossing zou komen voor de portefeuille vol problematische Amerikaanse hypotheken van ING. Dat gebeurde toen niet omdat Financiën koos voor een kapitaalinjectie van 10 miljard euro. Hierdoor bleef het probleem van de risicovolle hypotheken wel bestaan. Uiteindelijk moest de Staat begin 2009 nog een keer ING een reddingsboei toewerpen, met het garanderen voor 80 procent van de waarde van de problematische hypotheken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl