Het Klimaatakkoord dat het kabinet Rutte 3 wil doorvoeren, doet wel iets aan de reductie van broeikasgassen. Maar het is niet genoeg.
Het aangescherpte Klimaatakkoord dat het kabinet eind juni presenteerde, schiet zodoende nog altijd tekort. De voorgestelde maatregelen leiden niet tot de beoogde afname van de uitstoot van broeikasgassen met 49 procent in de periode 1990 tot en met 2030.
Dat blijkt uit een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Het Klimaatakkoord biedt volgens het PBL wel een “steviger beleidspakket” dan de voorlopige voorstellen waarvan het PBL eerder had becijferd dat die hun doel niet zouden halen. Met name bij de industrie zorgen de maatregelen voor een forsere afname van de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) en andere broeikasgassen.
Per saldo komt het PBL uit op een reductie van broeikasgassen tussen de 43 procent en 48 procent, als de maatregelen uit het Klimaatakkoord worden doorgevoerd. Dat is een vrij ruime bandbreedte. Met 48 procent reductie zou het Klimaatakkoord redelijk dicht bij de beoogde 49 procent zitten, met 43 procent reductie blijft het Klimaatakkoord flink achter.
"Ook de ons omringende landen worstelen met het omzetten van de ambities in concrete uitstootvermindering", aldus het PBL. "En wereldwijd zijn de inspanningen nog onvoldoende om de in 2015 in Parijs gemaakt klimaatafspraken te realiseren." Doel van dat internationale akkoord is de wereldwijde temperatuurstijging ruim onder de 2 graden te houden, maar dat wordt zoals het er nu voorstaat ruim 3 graden.
Minister Wiebes: Extra maatregelen om bedrijven tot duurzaamheid te verleiden
Het kabinet neemt extra maatregelen om de klimaatdoelen te halen, meldde minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat vrijdag in reactie op de bevindingen van het PBL.
De maatregelen van Wiebes richten zich ook op het "verleiden" van bedrijven om klimaatmaatregelen te nemen. De bewindsman maakt 60 miljoen euro vrij voor de subsidiepot voor "de aanschaf van bijvoorbeeld warmtepompen en zonneboilers". Daarnaast komt er een extra subsidieronde voor bedrijven die willen investeren in hernieuwbare energie.
Klimaatakkoord verhoogt lasten: bedrijven voelen dat het sterkst
Het Klimaatakkoord kost de Nederlandse economie miljarden, maar voor de werkgelegenheid hebben de klimaatmaatregelen op termijn slechts een marginaal effect. Dat heeft het Centraal Planbureau (CPB) uitgerekend. Het belangrijke Haagse adviesorgaan verwacht ook niet dat er door het akkoord veel industriële activiteiten naar het buitenland zullen wegtrekken.
In een doorrekening van de klimaatmaatregelen van het kabinet-Rutte 3 becijfert het CPB dat het beleid met ruim een half procent drukt op het bruto binnenlands product (bbp).
Volgens de rekenmeesters behelst het Klimaatakkoord enerzijds een lastenverzwaring die de groei drukt, maar is ook sprake van hogere uitgaven die dat effect deels compenseren.
Het Klimaatakkoord zorgt met name voor huishoudens voor aanvullende maatregelen, waardoor de lastenverzwaring als gevolg van het totale energie- en klimaatbeleid minder hard stijgen.
Kijk je naar het totaalplaatje dan vallen de lasten voor bedrijven in de periode tot 2030 2,6 miljard euro hoger uit en stijgen de lasten voor gezinnen met 1,8 miljard euro.
De lasten voor gezinnen én bedrijven stijgen vooral door de hogere ODE-belasting. Dat is een duurzaamheidsopslag die wordt geheven op het stroom- en gasverbruik.