- Het tekort aan technisch personeel zoals installatiemonteurs remt de energietransitie naar meer duurzame energie in Nederland.
- Uit een rapport van ABN AMRO blijkt dat 36 procent van de vacatures in cruciale technische beroepen onvervulbaar is.
- Om toch door te kunnen pakken zijn er initiatieven nodig om meer installateurs en andere technici op te leiden.
- Lees ook: Klimaatbanen: groot tekort aan technische vaklui in de bouw voor isolatie, zonnepanelen en warmtenetten.
De krapte op de arbeidsmarkt zit de energietransitie in de weg. Van de vacatures die te maken hebben met de energietransitie is maar liefst 36 procent onvervulbaar, zo stelt ABN AMRO in een rapport over de arbeidsmarkt.
Eerder trokken ook netbeheerders al aan de bel. Gebrek aan ruimte en technici zit het Klimaatakkoord in de weg, zo waarschuwde Alliander. Volgens de netbeheerder is er een ‘masterplan’ nodig om de problemen met de uitvoering het hoofd te bieden.
Volgens het rapport van ABN AMRO is er onder meer een tekort aan installateurs van warmtepompen en zonnepanelen.
Daarnaast treft de krapte op de arbeidsmarkt monteurs voor dakwerk, sanitair, verwarming en gas- en waterleidingen.
Economen van ABN AMRO stellen dat de krapte op de arbeidsmarkt niet eerder zo groot is geweest. Voor ruim een vijfde van alle vacatures zijn geen mensen voorhanden.
De economen kijken daarbij onder andere naar beroepsvoorkeuren en reisafstand. "De urgentie van de klimaatcrisis zet de geplande Nederlandse investeringen in infrastructuur voor duurzame energiebronnen kracht bij", schrijven de analisten van de bank.
Extra initiatieven om meer personeel op te leiden
Om het aanbod van personeel te vergroten, moeten initiatieven worden genomen. ABN AMRO wijst als voorbeeld naar Groningen waar uitkeringsgerechtigden via het UWV in drie maanden tijd opgeleid kunnen worden tot installateur van zonnepanelen. Techniek Nederland heeft op zijn beurt alle lokale overheidsplannen en educatiemogelijkheden inzichtelijk gemaakt.
Klimaatwetenschappers wijzen erop dat de uitstoot van broeikasgassen "onmiddellijk en stevig" moet worden teruggedrongen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad in 2050, ten opzichte van de tweede helft van de 19e eeuw. In diverse sectoren zijn maatregelen nodig om de "schadelijke gevolgen" van de opwarming te voorkomen, zoals extreme hitte, overstromingen en langdurige periodes van droogte.
In het coalitieakkoord is een klimaat- en transitiefonds aangekondigd ter grootte van 35 miljard euro. Dit geld moet onder meer worden ingezet voor de aanleg van infrastructuur voor schone energiebronnen, waar de personeelstekorten de plannen dus enigszins dwarsbomen.