De Amerikaanse effectenbeurzen boekten dinsdag bescheiden koerswinsten. Een
beter dan verwacht rapport over de Amerikaanse dienstensector vormde een
lichtpuntje na een lange reeks tegenvallend macro-economische cijfers. Dat
kon de zorgen over de schuldencrisis in Europa echter niet geheel naar de
achtergrond dringen.
De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde na een wisselvallige handelssessie
0,2 procent in de plus op 12.127,95 punten. De breder samengestelde S&P 500
steeg 0,6 procent tot 1285,50 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq won
0,7 procent tot 2778,11 punten.
Meevaller dienstensector VS
Uit cijfers van onderzoeksbureau ISM bleek dinsdag dat de bedrijvigheid in de
Amerikaanse dienstensector in mei sterker is gestegen dan verwacht. Vooral
de orderontvangst trok sterk aan. De prijzen daarentegen daalden, en
werkgelegenheid in de dienstensector groeide veel minder hard dan in april.
De ministers van Financiën van de G7 lieten na afloop van hun telefonisch
beraad op dinsdag afzonderlijk van elkaar weten dat zij samen willen blijven
optrekken om de eurocrisis te lijf te gaan. Zij kwamen echter niet met een
gezamenlijke verklaring, en concrete stappen werden niet genoemd.
Facebook omlaag
Facebook viel weer eens in negatieve zin op in de Nasdaq. De koers daalde 3,8
procent en bereikte een nieuw dieptepunt op 25,87 dollar. Sinds het
internetbedrijf medio juni met veel tamtam naar de beurs ging, is bijna een
derde van de beurswaarde verdampt.
Ondanks de zorgen over de impact van de eurocrisis op de financiële sector,
waren bankaandelen in trek. Citigroup en JPMorgan Chase voerden samen met
computermaker Hewlett-Packard de Dow aan met koerswinsten rond de 3 procent.
Juist de financiële waarden kregen in mei, een maand waarin de S&P 500 in
totaal 6 procent wegzakte, een flinke afstraffing.
Niet alleen de eurocrisis speelde met name vorige week de beurshandel parten,
maar ook slechter dan verwachte cijfers over de economie en de
werkgelegenheid in de VS en China. Die zetten ook de olieprijzen flink onder
druk, omdat lagere groei leidt tot een lagere vraag naar grondstoffen.
Dinsdag herstelde de prijs van Amerikaanse olie met 0,3 procent tot 84,25
dollar per vat. Brentolie werd 0,1 procent goedkoper: 98,75 dollar per vat.
Op de valutamarkt ging de euro voor 1,2450 dollar van de hand. Bij het
scheiden van de markt op de beursvloeren in Europa was de Europese
eenheidsmunt 1,2445 dollar waard.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl