Vandaag, zondag 18 oktober loopt de periode af dat Casino, grootaandeelhouder
van Super de Boer exclusief in onderhandeling is met overnamekandidaat
Jumbo.

Toen Jumbo zijn bod van 480 miljoen euro uitbracht op de activa en passiva van
Super de Boer was Casino al akkoord, met het voorbehoud dat de Super de Boer
directie het bod ook zou accepteren. Omgerekend biedt Jumbo 4,20 euro per
aandeel. Concurrent Sperwer, bekend van de Plus supermarkten ging daar
vervolgens overheen met een bod van 4,80 euro per aandeel.

De kans is groot dat er deze week schot in de zaak komt. Belangrijkste vraag
is of Jumbo, zoals veel analisten denken, zijn bod verhoogt. Want Casino
zal, hoewel het de voorkeur heeft uitgesproken voor Jumbo, in het belang van
zijn aandeelhouders kiezen voor het hoogste bod.

Allemaal leuk en aardig, al deze overnameperikelen, maar wat heb je er als
consument aan? Maakt het voor jouw kassabon uit wie Super de Boer overneemt?

Heel precies is dat niet te zeggen. Wie van de twee supermarktketens Super de
Boer ook overneemt, geen van de twee zal alle supermarkten overnemen. Wordt
het Jumbo dan krijgt C1000 in ieder geval 80 supermarkten in handen, waarvan
er dan ook weer een deel naar Albert Heijn gaat omdat dat zo is afgesproken
bij de verkoop van Schuitema aan CVC.

Als Sperwer het winnende bod doet, dan gaan ongeveer 40 grote supermarkten
naar Albert Heijn en worden nog eens 100 supermarkten doorverkocht. Sperwer
is een organisatie voor zelfstandige supermarkteigenaren, dus Super de Boer
filialen, die eigendom zijn van Super de Boer, zullen worden doorverkocht.
Kleinere supermarktketens Nettorama, Dirk van den Broek, Dekamarkt, Deen en
Sligro zouden interesse hebben.

De Super de Boer waar je nu je boodschappen doet, kan dus een Jumbo, Plus,
C1000, Albert Heijn of nog iets heel anders worden.

Wat je in het algemeen wel kan aannemen is dat de nieuwe supermarkt goedkoper
wordt dan Super de Boer. Uit onderzoek van de Consumentenbond van augustus
2009 blijkt dat Super de Boer tussen de 4 en 6 procent duurder is dan de
gemiddelde supermarkten.

Om te kijken bij welke supermarkten de consument het meeste baat heeft, moet
je naar twee dingen kijken: prijsbeleid en inkoopmacht.

Met de overname van Super de Boer verschuiven de inkoopverhoudingen. Super de
Boer doet nu nog zelfstandig de inkoop en is met een marktaandeel van 6,8
procent een van de kleinere partijen. In het Financieele Dagblad van xx
oktober meldde XX, voorzitter van de franchiseclub dat Super de Boer met een
dure inkoop kampt: "We laten meer dan een half procent inkoopvoordeel
liggen", aldus XX.

Zou Jumbo Super de Boer kopen, dan komt er een inkooporganisatie van Super de
Boer, Jumbo en Schuitema. Gedrieën komen deze partijen tot een marktaandeel
van 25 procent. Daarmee zou het meteen een partij van formaat worden.
Vergelijkbaar met inkoopcombinatie Superunie en niet eens zo heel veel
kleiner dan Albert Heijn die een marktaandeel heeft van 32 procent.

Hoe machtiger een inkooporganisatie, hoe meer druk deze kan leggen op
leveranciers. Dat leidt tot lagere inkoopprijzen, maar supermarkten hoeven
dit natuurlijk niet direct door te berekenen aan de klant. Daarom is het
belangrijk om te bekijken hoe de prijzen in de supermarkt tot stand komen.

Van de vier supermarkten die de meeste kans maken op de winkels, is Jumbo het
goedkoopst. De Consumentenbond rekende voor dat Jumbo tussen de 4 en 6
procent goedkoper is dan het gemiddelde.

Jumbo heeft een landelijk prijsbeleid. In principe kost een pot Calvé
pindakaas in Groningen evenveel als in Oss. Maar Jumbo hanteert daarnaast de
laagste prijs garantie, wat inhoudt dat als een andere supermarkt in de
buurt een item goedkoper heeft, dat de lokale Jumbo supermarktmanager zijn
prijs mag verlagen.

Ook Albert Heijn hanteert een centraal prijsbeleid. Franchise-ondernemers
mogen beperkt hun houdbaar assortiment aanvullen. Wil bijvoorbeeld een
Groningse supermarkteigenaar die een Albert Heijn heeft een lokale variant
Groninger koek verkopen, dan mag dat. Hij mag dan ook zelf de prijs bepalen.
Centraal is bepaald dat maximaal drie procent van het assortiment lokaal
bepaald mag zijn.

Plus en Schuitema zijn wat flexibeler in hun prijsbeleid. Schuitema stuurt wel
een centrale prijslijn uit en adviseert zijn supermarkten ook zich daaraan
te houden, maar de supermarkten mogen daarvan afwijken. Vooral in plaatsen
waar de Super de Boer een lokaal monopolie heeft, zou het

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl