De kerncentrale in Borssele kan nog 20 jaar in bedrijf blijven. De Raad van State oordeelde woensdag dat Greenpeace en andere bezwaarmakers onvoldoende hebben aangetoond dat controles naar de veiligheid van de centrale onvoldoende waren.
De kerncentrale opende in 1973. Vorig jaar is de vergunning voor het openhouden van Borssele aangepast, omdat het veiligheidsrapport van de centrale moest worden vernieuwd.
Minister Henk Kamp van Economische Zaken besloot in maart vorig jaar de levensduur van de centrale met 20 jaar te verlengen. In 2006 heeft de regering met EPZ, de eigenaar van de kerncentrale, al een convenant gesloten. Daarin is vastgelegd dat de kerncentrale tot 2033 in bedrijf zal blijven.
Volgens Greenpeace heeft Kamp de vergunning aangepast voor Borssele op basis van “flinterdunne veiligheidsgaranties”. Greenpeace en andere organisaties hadden de Raad van State daarom gevraagd de vergunning te vernietigen.
Volgens Jorien de Lege van Greenpeace heeft EPZ door de uitspraak van de Raad van State “een vrijbrief gekregen om een stokoude centrale tot ver voorbij de geplande levensduur in gebruik te houden”.
Ze benadrukt dat op geen enkele manier is aangetoond dat Borssele nog 20 jaar mee kan. "Er is geen milieueffectrapportage gemaakt, het onderzoek naar de veroudering van de kerncentrale is pas in 2020 afgerond en voor de hoeveelheid kernafval van 20 jaar extra kernenergie is geen oplossing.''
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl