Hoe ‘meet’ je het befaamde glazen plafond? Nou, door het aantal topvrouwen te vergelijken met het aantal Jannen en Pieters in de directie, bijvoorbeeld.
Dat originele idee komt van Justin Wolfers, professor economie aan de universiteit van Michigan. Zijn toch wel schokkende inzicht: er zijn in Amerika minder grote bedrijven die geleid worden door een vrouw, dan door mannen die John heten.
Jan, Robert, Willem…
Wolfers keek naar de leiding van bedrijven in de S&P 1500. In de top van die bedrijven zijn er vier mannen die John, Robert, William of James heten op iedere vrouw, ongeacht wat voor voornaam ze heeft. Dat noemt hij de Glass Ceiling Index. Die van de S&P 1500 is dus 4.
Een volledig mannelijke leiding is inmiddels een zeldzaamheid. Ieder groot bedrijf benoemt wel een vrouw in de directie. Maar even schaars zijn de bedrijven die méér vrouwen aan de top hebben. Slechts 1 op de 25 grote bedrijven in de S&P 1500 wordt momenteel geleid door een vrouw.
…Peter, Paul en Nancy
Hoe zit dat in Nederland? Van de bedrijven die zijn genoteerd aan de AEX heeft alleen Wolters Kluwer een vrouw als CEO: Nancy McKinstry, toevallig hetzelfde percentage als de S&P 1500. In de directies domineren de Peters en de Pauls: neem Peter Wennink van ASML en Peter Berdowski van Boskalis, of Paul Polman (Unilever) en Paul van Riel (Fugro).
De Glass Ceiling kun je ook toepassen op andere sectoren, zegt Wolfers. Het ambt van de president van de Verenigde Staten heeft bijvoorbeeld een Glass Ceiling Index van 15: er zijn nul vrouwelijke presidenten geweest, en wel zes Jamesen, vijf Johns, en vier Williams.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl