- Bewoners die tussen 45 en 80 jaar oud zijn, zijn minder snel geneigd te verhuizen.
- Ook speelt mee hoeveel inkomen huishoudens hebben.
- Dat schrijft het CBS, dat onderzoek deed naar de ‘vrijkomkans’ van woningen in Nederland.
- Lees ook: Huizenprijs in oktober weer fors omhoog: in 12 maanden tijd is gemiddelde woning bijna €43.000 meer waard.
De leeftijd van bewoners van een woning speelt een grote rol bij de kans dat een huis vrijkomt voor nieuwe bewoners. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat laat zien dat naast de leeftijd van de bewoners ook hun financiële situatie en het type woning cruciale elementen zijn.
Koopwoningen komen volgens het onderzoek sowieso minder snel vrij dan huurwoningen. Het type woning speelt een grotere rol bij jongere bewoners: zo komen meergezinswoningen in die leeftijdscategorie eerder vrij. Bij oudere bewoners speelt de gezondheidssituatie van de bewoners, niet geheel onlogisch, een grotere rol.
Volgens het CBS komen met name woningen met bewoners tussen de 45 en 80 jaar minder vaak vrij dan gemiddeld.
Dit toont aan dat deze leeftijdsgroep meer geneigd is om te blijven waar ze zijn, mogelijk vanwege de stabiliteit die hun woonsituatie biedt.
Voor jongere bewoners, met name die tot 35 jaar, ligt de zaak echter anders. Hier heeft woningbezit een veel minder remmend effect op de kans dat een woning vrijkomt. Dit zou kunnen duiden op een grotere bereidheid onder jongere mensen om te verhuizen, mits ze niet vastzitten aan een hypotheek.
Bewoners huizen met lagere inkomens verhuizen vaker
Een ander interessant aspect is de rol van het inkomen en de welvaart van bewoners. Bij huishoudens in de laagste welvaartsposities is de kans stukken groter dat hun woning beschikbaar komt. Dit kan worden toegeschreven aan economische druk die deze huishoudens ervaren, waardoor verhuizing een logische stap wordt.
Ook de woningen waarin deze huishoudens meestal wonen, oftewel woningen met een lagere WOZ-waarde, komen vaker vrij dan hun duurdere tegenhangers. Financiële beperkingen lijken dus direct invloed te hebben op verhuisgedrag.
Daarnaast is de duur van het verblijf in een woning een belangrijke factor. Mensen die lange tijd op dezelfde plek wonen, zijn minder geneigd om te verhuizen. Dit fenomeen is vooral uitgesproken bij jongere bewoners, die al na dertien jaar de neiging hebben om hun woonsituatie te stabiliseren.
Voor ouderen ligt dit omslagpunt pas na twintig jaar, wat aangeeft dat jongere generaties sneller geneigd zijn om te besluiten te verhuizen.