Het onderhandelen voorafgaand aan het sluiten van een contract noemen we de
precontractuele fase. De wet zegt hier weinig over, en dus is er veel
discussie geweest over de manier waarop partijen in deze fase met elkaar om
moeten gaan.
Zorvuldig
In het algemeen geldt dat als je in onderhandeling treedt met een partij, je
verplicht bent om zorgvuldig met elkaar om te gaan en rekening te houden met
elkaars redelijke belangen.
Gelukkig heeft de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan van ons land, in
verschillende uitspraken een aantal belangrijke regels gegeven.
De Hoge Raad heeft het onderhandelingsproces in drie verschillende stadia
verdeeld. In het eerste stadium, waarin de partijen zich oriënteren en
informatie verzamelen, is het afbreken van onderhandelingen zonder meer
toegestaan.
In het tweede stadium, dat van de vrijblijvende onderhandelingen, mag je nog
steeds de gesprekken afbreken, maar dan moet je wel de onderhandelingskosten
van de wederpartij vergoeden.
Dwangsom
In het derde stadium is het afbreken van de onderhandelingen niet toegestaan.
In deze fase zijn de onderhandelingen zo ver gevorderd dat de wederpartij
erop mocht vertrouwen dat er daadwerkelijk een contract zou worden gesloten.
Er kan dan ook een kort geding worden opgestart waarin gevraagd wordt om een
veroordeling tot dooronderhandelen. Op straffe van een dwangsom wel te
verstaan.
Voor elke situatie moet dus steeds apart beoordeeld worden hoever de
onderhandelingen gevorderd waren op het moment dat je die afbreekt. Het is
daarom verstandig jouw situatie aan een advocaat voor te leggen, zodat die
kan beoordelen in welke fase jouw onderhandelingen zich bevonden.
Het is overigens verstandig om bij langdurige onderhandelingen eerst een
intentieovereenkomst met elkaar aan te gaan. Je kunt dan ook afspraken maken
over de gevolgen van het resultaat van het in te stellen due diligence- of
boekenonderzoek.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl