Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer van in elk geval VVD, PvdA, CDA en D66 steunt de beursgang van ABN AMRO. Dat bleek dinsdag in een Kamerdebat met minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën. Die wil het eerste deel van 20 tot 30 procent van ABN nog voor het einde van dit jaar verkopen.
In de oppositie zijn onder meer de SP, PVV, ChristenUnie en GroenLinks tegen de beursgang. Zij vinden dat de bank sowieso in staatshanden moet blijven of dat de beursgang moet worden uitgesteld.
ABN AMRO werd in de kredietcrisis in 2008 voor 16,8 miljard euro door de staat gered van de ondergang. In de jaren erna moest er nog veel geld bij om de bank overeind te houden. Volgens sommige berekeningen liep de teller op tot boven de 30 miljard. De waarde van de bank wordt nu geschat op 15 miljard euro.
Indekken tegen overname
Om te voorkomen dat ABN nog eens wordt opgekocht en opgeknipt heeft Dijsselbloem in samenspraak met de ABN-top een beschermingsconstructie bedacht. Daarin krijgen de aandeelhouders certificaten van aandelen. In noodgevallen kan daarmee, gedurende maximaal twee jaar, hun stemrecht opzij worden geschoven.
De introductiekoers van het aandeel is nog niet bekend, maar die zal mogelijk rond de 17 euro liggen, uitgaande van een opbrengst van ruim 15 miljard en een totaal aantal van 912 miljoen aandelen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl