Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer steunt de aanschaf van de eerste acht Joint Strike Fighters. “Dit is de point of no return”, zei minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie donderdag tijdens een debat over de opvolger van de F-16, waar de luchtmacht nu nog mee vliegt.
De aanschaf is volgens Hennis ook van belang gelet op de ontwikkelingen in Oekraïne en het Midden-Oosten. Het is in dit kader ,,hoog tijd” dat de luchtmacht duidelijkheid krijgt over het gevechtsvliegtuig waarmee ze in de toekomst gaat vliegen, aldus de bewindsvrouw.
Eindstreep gehaald
Het kabinet haalt het gevoelige dossier hiermee “over de eindstreep”, stelde Ronald Vuijk van de VVD. Over de opvolger van de F-16 is sinds medio jaren negentig gediscussieerd. De acht toestellen moeten in 2019 gaan vliegen bij de Koninklijke Luchtmacht. In totaal moeten er 37 komen voor 4,5 miljard euro.
D66 keerde zich tegen het besluit. De partij ziet te veel onzekerheden als het gaat om onder meer de kosten en prestaties van het Amerikaanse toestel. We worden “steeds verder het JSF-moeras ingetrokken”, aldus Wassila Hachchi.
‘D66 draait’
Hiermee maakt D66 “een draai”, oordeelde de liberaal Vuijk. PvdA en CDA wilden weten welk alternatief Hachchi dan zag voor de JSF oftewel F-35. “Je kan een besluit niet nog een paar jaar uitstellen”, verklaarde Raymond Knops van het CDA. PVV, GroenLinks en SP zijn ook tegen de aankoop.
Het CDA heeft nog wel zorgen. De financiële onderbouwing van het project is niet duurzaam, meent Knops. Verder vinden de christendemocraten het niet goed dat er geen rekening wordt gehouden met vredesverliezen. Het kabinet gaat volgens hem uit van "wensdenken".
Hennis ziet stijgende lijn
Volgens minister Jeanine Hennis-Plasschaert (Defensie) zijn er altijd risico's bij het aanschaffen van wapensystemen. "Zeker bij deze." Maar zij ziet juist een "stijgende lijn'' in de ontwikkeling van de JSF.
Ook PvdA'er Angelien Eijsink is positief. Zij ziet "grote voortgang'' op de punten waaraan haar partij eisen had gesteld zoals geluid, missies, financiën en werkgelegenheid.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl