Het kabinet moet de uitstoot van CO2 naar aanleiding van de zogenoemde Urgenda-zaak met minstens een kwart terugdringen ten opzichte van 1990. Dat doel moet in 2020 gehaald zijn, oordeelde de rechter tot twee keer toe.
Maar het kabinet gaat dat met de huidige plannen bij lange na niet halen, bevestigen Haagse bronnen aan de Volkskrant, NOS en persbureau ANP. Zij putten uit een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat vrijdag een doorrekening van het staande beleid van Rutte III presenteert. Het PBL is de belangrijkste adviseur van het kabinet op klimaatgebied.
Volgens het PBL blijft de teller steken op 20 à 21 procent van de benodigde daling om het Urgenda-doel te halen. Het kabinet loopt dus flink achter op de door de rechter geëiste reductie van de uitstoot van broeikasgassen.
Dat komt met name door de sterke economische groei van de laatste jaren. Die heeft gezorgd voor een toename van het autoverkeer en de industriële bedrijvigheid, waardoor de effecten van het klimaatbeleid deels teniet zijn gedaan
Het kabinet moet nu in een jaar tijd de CO2-uitstoot met zo’n 9 megaton extra terugdringen om te voldoen aan het Urgenda-vonnis. Daarvoor zijn ingrijpende maatregelen nodig.
Volgens de NOS overweegt de coalitie om twee kolencentrales veel eerder te sluiten dan gepland. Dat levert zo'n 4 megaton op. Maar de vervroegde sluiting van kolencentrales kost ook veel geld. Energiebedrijven zullen miljarden aan compensatie eisen voor investeringen die zij dan niet meer terug kunnen verdienen.
Ook denkt het kabinet erover om de maximumsnelheid op snelwegen te verlagen van 130 naar 100 kilometer per uur, een plan dat D66 eerder al opperde. Dat zou bijna 1 megaton aan reductie opleveren.
Het verduurzamen van circa honderdduizend woningen (het maximaal haalbare aantal voor eind 2020) is goed voor ongeveer 0,4 megaton aan reductie.
Maar dat is nog steeds niet genoeg. Het kabinet moet met een hoop aanvullende maatregelen komen om de Urgenda-doelen voor 2020 te halen.