- Het kabinet trekt dit jaar 2,8 miljard euro uit voor koopkrachtherstel, zo meldt minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) vrijdag na afloop van de ministerraad.
- Van dat geld krijgen mensen met lage inkomens 800 euro voor de energierekening, in plaats van de 200 euro die eerder was toegezegd.
- Ook gaan de accijnzen op brandstof per 1 april omlaag.
- Lees ook: Koopkracht kan dit jaar bijna 3% dalen door hoge inflatie
Het kabinet trekt 2,8 miljard euro uit voor koopkrachtherstel dit jaar, meldt minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) vrijdag na afloop van de ministerraad.
Van dat geld krijgen mensen met lage inkomens 800 euro voor de energierekening, in plaats van de 200 euro die eerder was toegezegd.
Ook gaan de accijnzen op brandstof per 1 april omlaag. Daarmee besparen mensen zo’n 17 cent op een liter benzine, en 11 cent per liter op diesel. Daarmee hoopt het kabinet een deel van de klap op te vangen van de hoge prijzen, als gevolg van de oorlog in Oekraïne.
Het btw-tarief op energie gaat per 1 juli omlaag. Zo wil het kabinet "zowel de gezinnen, de middeninkomens als de kleine ondernemers" helpen.
De vier grootste steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) vroegen het kabinet mensen met een kleine portemonnee met 1.000 euro te compenseren. Die oproep werd ook gesteund door vakbond FNV, maar volgens Van Gennip gaat het al om "enorme bedragen" die "gezinnen met de laagste inkomens echt helpen".
Een deels gericht pakket, met de nodige kritiek
Het kabinet heeft bewust gekozen voor een deels gericht pakket. "We kunnen niet alles voor iedereen compenseren, de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen."
Eerder kwam er kritiek op de uitgelekte maatregelen om de accijnzen te verlagen. Dat zou juist een dure en te weinig gerichte stap zijn. "Ik vind het een evenwichtig en uitzonderlijk pakket in uitzonderlijke tijden", zegt de bewindsvrouw daarop.
Het geld komt bovenop de honderden miljoenen die het kabinet eind vorig jaar al opzij zette wegens de hoge gasprijzen. De miljarden komen deels uit de hogere gasopbrensten (door de hogere prijzen) en deels uit het reservepotje met Europees geld om klappen op te vangen door het vertrek van de Britten uit de Europese Unie (brexit). Het kabinet vindt het ingrijpen "nu het belangrijkste". De staatsschuld loopt hierdoor niet verder op.