- Het kabinet kan beginnen met de uitkoop van boerenbedrijven die veel stikstof uitstoten, na groen licht van de Europese Commissie.
- Brussel moest de plannen goedkeuren, omdat de lucratieve regeling zou kunnen neerkomen op verboden staatssteun aan bedrijven.
- De uitkoopregeling is een cruciaal onderdeel van de stikstofaanpak van minister Christianne van der Wal. Maar boeren lijken er weinig enthousiast over.
- Lees ook: Animo boeren voor uitkoopregeling van de overheid is nog niet groot: er staat veel op het spel voor stikstofbeleid
Het kabinet kan beginnen met de uitkoop van boerenbedrijven die veel stikstof uitstoten. De Europese Commissie heeft met de plannen ingestemd, bevestigen bronnen na berichtgeving van de NOS.
De uitkoopregeling is een cruciaal onderdeel van de stikstofaanpak van minister Christianne van der Wal. De commissie moest de plannen goedkeuren, omdat de lucratieve regeling zou kunnen neerkomen op verboden staatssteun aan bedrijven.
Met de uitkoop wil Van der Wal de stikstofvervuiling in kwetsbare natuurgebieden snel terugdringen.
Melkveehouders, varkens-, kalver- en kippenboeren die veel stikstof uitstoten, kunnen een bedrag krijgen dat ruim boven de marktwaarde van hun bedrijf ligt als zij stoppen. Dat kan oplopen tot 120 procent van de waarde. Ook hun vergunningen en rechten en de sloop kunnen ze vergoed krijgen. Voor dat alles stelt het kabinet 975 miljoen euro beschikbaar.
Ook boeren die niet tot de grote vervuilers behoren kunnen zich laten uitkopen. De overheid kan tot 100 procent van de waarde van hun boerderij en vergunningen vergoeden. Daarvoor ligt 500 miljoen klaar.
Wie stopt moet wel beloven zijn bedrijf niet elders voort te zetten, hebben het kabinet en de commissie afgesproken. Ook al roept die eis veel weerstand op. Kiezen boeren toch liever voor een verhuizing of voor verduurzaming van hun bedrijf, dan vallen ze buiten deze regelingen.
De Europese staatssteunregels laten toe dat de overheid geld steekt in het opdoeken van boerenbedrijven als dat de overgang naar milieu- en klimaatvriendelijk boeren dient, oordeelt de commissie.
Dat is volgens haar bij de kabinetsplannen het geval. Ze zijn noodzakelijk om natuurgebieden te helpen herstellen en helpen de klimaatdoelen van de zogeheten Green Deal dichterbij te brengen. Die voordelen wegen meer dan op tegen de mogelijke verstoring van concurrentie en handel in de EU, denkt het dagelijks bestuur van de unie.
Goede stoppersregelingen en snellere stikstofruimte voor boeren die buiten hun schuld zonder stikstofvergunning zitten zijn heel welkom, reageert boerenactiegroep Agractie. Maar boeren moeten ook kunnen kiezen voor een verhuizing of verduurzaming, benadrukt zij.
Boeren zitten niet te wachten op uitkoop
In 2023 moeten twee- tot drieduizend boerenbedrijven die veel stikstof uitstoten, worden uitgekocht. Begin januari had echter nog niet eens de helft van dat aantal zich gemeld voor een eerste gesprek.
Al met al is de animo voor de uitkoopregeling onder boeren nog niet echt groot.
De duizend bedrijven waar wel contact mee is geweest, zijn ook niet allemaal van ondernemers die willen praten over sluiting van hun boerenbedrijf. Het gaat ook om boeren die willen kijken naar mogelijkheden om hun bedrijf te verplaatsen of minder dieren te laten grazen.
Dat bleek in januari uit antwoorden van het Interprovinciaal Overleg (IPO), na vragen van NRC.
Een van de redenen voor het lage aantal aanmeldingen is dat de provincies boeren nog geen concreet aanbod konden doen. Het wachten hiervoor was op groen licht van de Europese Commissie, dat er er nu is.
Het vrijwillig uitkopen van boeren is een van de belangrijkste instrumenten van het kabinet om de stikstofuitstoot uiterlijk in 2030 te halveren, het is daarbij ook een van de grootste kostenposten. Eind 2023 wordt de balans opgemaakt, als de animo voor een vrijwillige regeling dan nog steeds tegenvalt, volgt waarschijnlijk dwang.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) was daar in oktober kritisch over. Het wees erop dat daarmee nauwelijks ervaring is. Er zal dan per bedrijf moeten worden aangegeven waarom onteigening noodzakelijk is. "Met stikstofreductie als enige argument lijkt dat lastig omdat er ook alternatieven zijn, bijvoorbeeld door technische aanpassingen of door andere bedrijven te beëindigen", schrijft het PBL.
Bovendien zijn dit tijdrovende juridische procedures die bij het aanvechten ervan meer dan tien jaar kunnen duren.