Nederland gaat in beroep in de zogeheten Starbucks-zaak. Het beroep richt zich tegen het besluit van de Europese Commissie dat Nederland via belastingafspraken met het Amerikaanse koffiebedrijf ongeoorloofde staatssteun zou hebben verleend.

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën heeft het besluit over de beroepsprocedure vrijdag bekendgemaakt. Het kabinet vindt dat Brussel ,,niet overtuigend aantoont dat de Belastingdienst zou zijn afgeweken van de wettelijke regels en dat sprake is van staatssteun”. Volgens Wiebes zijn de afspraken met Starbucks in lijn met richtlijnen van de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

De uitspraak van de Europese Commissie sluit volgens Wiebes niet aan bij de OESO-richtlijnen. ,,Hierdoor ontstaat onduidelijkheid en onzekerheid over welke regels op welke manier moeten worden toegepast.” Omdat het kabinet duidelijkheid en jurisprudentie wil, wordt beroep aangetekend. Wiebes onderschrijft wel volledig de internationale strijd tegen belastingontwijking door multinationals.

In de deal met Starbucks worden belastingen geïnd over de winst die het bedrijf maakt met het branden van koffiebonen in Nederland. Maar omdat de intellectuele eigendomsrechten van Starbucks niet in Nederland zitten, worden de royalty’s voor het gebruik ervan niet in Nederland belast.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl