Dat blijkt uit officiële cijfers van Hongaarse en EU-agentschappen die het ANP
heeft opgevraagd.
"Sinds Hongarije in 2004 lid werd van de Europese Unie, zijn er zeker een half
miljoen jonge Hongaren vertrokken, de meesten in de afgelopen paar jaar. Dat
is veel meer dan het aantal Hongaren dat vertrok na de neergeslagen
Hongaarse Opstand van 1956", meldt de Hongaarse onderzoeker Máté
Komiljovics.
De toestroom is ook te merken bij de vereniging van de 14 Nederlandse
universiteiten VSNU. "Er is een significante toename van het aantal
Hongaarse studenten in Nederland. In 2007 waren er nog 93 studenten, vorig
jaar al 199", zegt een VSNU-woordvoerder. "Opvallend is dat twee derde
van de Hongaren hoogopgeleid is en kiest voor een vervolgopleiding aan een
hogeschool of universiteit."
Het massale vertrek valt slecht bij Orbáns centrumrechtse regering. Die
verplicht jongeren met een studiefinanciering tot ongeveer 10 jaar na hun
afstuderen in Hongarije te blijven en te werken. Dat is zelfs opgenomen in
de grondwet.
Wel wordt er dezer dagen een versoepeling van de wet besproken. Zo mogen
afgestudeerden naar het buitenland mits zij beloven dubbel het aantal
gesubsidieerde studiejaren in Hongarije te werken. Dat moet binnen 20 jaar
na het behalen van een bul, aldus minister Zoltán Balog.
"Ik vind dat bekrompen en het druist in tegen Europese afspraken over
internationale mobiliteit", aldus de VSNU-woordvoerder. "Wij vinden
juist dat studenten internationale ervaring moeten opdoen. Hongarije is bang
voor het verliezen van de identiteit."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl