De sombere voorspellingen over de economie maken in ieder geval één ding duidelijk: het kabinet moet Nederland op eigen kracht door de crisis loodsen. Het Sociaal Akkoord kan de prullenbak in.

Nederland staat al eeuwen bekend om zijn politieke compromissen, waarbij rekening wordt gehouden met de wensen van diverse belangengroepen. In de huidige crisis wordt in dit verband vaak verwezen naar het Akkoord van Wassenaar uit 1982, waarbij vakbonden akkoord gingen met loonmatiging in ruil voor arbeidstijdverkorting.

De manier waarop werkgevers en werknemers afgelopen april tot een Sociaal Akkoord kwamen met het kabinet Rutte 2, lijkt echter in de verste verte niet op een uitruil van pijnpunten zoals in Wassenaar dertig jaar geleden. Dit maal werden alle lastige dossiers simpelweg in de ijskast gezet.

Nee, er hoefde niet 4,3 miljard euro extra bezuinigd te worden. De economie zou als vanzelf aantrekken, omdat consumenten blij zouden worden van het sociaal akkoord en meer zouden uitgeven.

Nee, de beperking van de duur van WW-uitkeringen tot één jaar – zoals afgesproken in het regeerakkoord – was niet nodig. Werkgevers en werknemers zouden ‘meer regie krijgen’ over de WW, die op maximaal twee jaar zou blijven.

De reality checks die De Nederlandsche Bank (DNB) en het Centraal Planbureau (CPB) deze week presenteerden, maken duidelijk dat Nederland niets op schiet met polderen zolang vakbonden en werkgevers de kop in het zand blijven steken.

Begrotingstekort en groei

Voor dit jaar ramen DNB en het CPB de economische krimp op respectievelijk 0,8 tot 1 procent. Het CPB rekent voor 2014 nog steeds op één procent groei, terwijl De Nederlandsche Bank op een half procent uitkomt.

Het relatief zwakke herstel betekent in ieder geval dat Nederland niet ontkomt aan extra bezuinigingen – VVD en PvdA zijn het eens over een pakket van 6 miljard euro – om het begrotingstekort richting de Europese norm van drie procent terug te duwen.

Nu kun je klagen dat extra bezuinigingen schadelijk zijn voor de economische groei op de korte termijn, maar de luchtfietserij van het Sociaal Akkoord is uiteindelijk veel schadelijker.

Los van het gehakketak over de 'Brusselse' grens van drie procent, is immers duidelijk dat Nederland een structureel probleem heeft met de overheidsfinanciën. Dat is goed te zien aan onderstaand grafiekje. Dit laat het zogenoemde 'primaire saldo' zien, ofwel het saldo van overheidsinkomsten- en uitgaven exclusief de rentelasten op de staatsschuld. Nederland bungelt hierbij in de onderste regionen van de Europese Unie.

Om de staatsschuld in toom te houden zou de overheid toch minimaal in staat moeten zijn om de uitgaven en inkomsten, exclusief de rentelasten, in balans te brengen. De Grieken en Portugezen kunnen dat ook. Als werkgevers en vakbonden dwars gaan liggen bij het op orde brengen van de staatsfinanciën, moeten het kabinet en de Tweede Kamer het maar even zonder de polder doen.

Werkgelegenheid

Opvallend in de doorrekening die het Centraal Planbureau donderdagavond publiceerde, was ook de evaluatie van de werkgelegenheidsmaatregelen van het Sociaal Akkoord van april. Die blijken nogal asociaal uit te pakken.

“De structurele werkgelegenheid daalt met 0,3 procent als gevolg van de maatregelen in het Sociaal Akkoord", schrijft het CPB. Vooral het terugdraaien van de verkorting van de WW-duur tot één jaar blijkt fors negatief uit te pakken.

Dit behoeft wel enige toelichting. Aanvankelijk wilde het kabinet de duur van de WW-uitkering medio 2014 terugbrengen tot één jaar. Dit zou volgens het CPB op termijn een positief effect hebben van 0,7 procent op de werkgelegenheid. Hierbij gaat het planbureau ervan uit dat de prikkel om alternatief werk te zoeken groter wordt bij een kortere duur van de WW, omdat werklozen sneller terugvallen op het relatief lage bijstandsniveau.

Idee hierbij is uiteraard dat er voldoende alternatief werk beschikbaar is. Bij de huidige oplopende werkloosheid was juist dat punt reden voor vakbonden om te eisen dat de WW-plannen van het kabinet zouden worden teruggedraaid.

Toch is verkorting van de WW-duur helemaal geen gek idee, zeker als je rekening houdt met effecten van de vergrijzing. De komende jaren gaan steeds meer babyboomers met pensioen, en dat zorgt er uiteindelijk voor dat de beschikbare beroepsbevolking verhoudingsgewijs kleiner wordt. Een kortere WW zorgt voor meer aanbod op de arbeidsmarkt. En daar is straks, waarschijnlijk al vanaf 2015 als de werkloosheid naar verwachting weer daalt, behoefte aan.

Maar van de bonden en de werkgevers hoeft Rutte geen langetermijnvisie te verwachten . Tenzij FNV-voorman Ton Heerts en werkgeversbaas Bernard Wientjes deze zomer een radicale make-over ondergaan, zullen zij pogingen om structurele hervormingen door te voeren torpederen. Er zit niet anders op. Premier Rutte en vice-premier Asscher moeten zelf het voortouw nemen. De regering moet regeren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl