Een opleidingsbudget, je vakantiegeld reserveren of een fiets van de zaak: werkgevers bieden hun werknemers steeds vaker flexibele arbeidsvoorwaarden aan.
Dat klinkt heel leuk, maar ze kunnen roet in het eten gooien bij een hypotheekaanvraag.
Wie op zoek is naar een huis, kijkt al gauw op internet wat de maximale hypotheek is. “Ik kom klanten tegen die bij online rekentools een brutoloon van bijvoorbeeld 50.000 euro invullen, omdat ze dat op hun werkgeversverklaring zien staan”, vertelt Jeroen Wolfsen van vergelijkingssite Moneywise.
“Maar dan blijkt de bank uit te gaan van een brutoloon van 45.000 euro voor het berekenen van de maximale hypotheek, omdat een aantal looncomponenten op de werkgeversverklaring niet zijn meegenomen. Gevolg: de huizenkoper kan tienduizenden euro’s minder lenen dan hij dacht.”
Wat is hier aan de hand?
Werknemer ziet flexibel budget als extra inkomen
“Ik zie steeds meer klanten die van hun werkgever flexibele arbeidsvoorwaarden krijgen aangeboden. Hierbij kan de werknemer een bepaald bedrag van het salaris besteden aan een opleiding, auto, fiets van de zaak of een extra vakantie. Een andere mogelijkheid is om het bedrag uit te laten keren als een flexibel budget of als inkomen”, legt Wolfsen uit.
“Veel jonge mensen kiezen voor die laatste optie, omdat ze dat extra inkomen nodig hebben voor een hypotheek.”
En daarmee rekenen deze mensen zichzelf rijk. Want jij kunt er wel zeker van zijn dat je het bedrag laat uitkeren, de bank is daar niet zo zeker van. “Ik durf wel te stellen dat bijna alle banken flexibele componenten in het loon niet meenemen in het berekenen van de maximale hypotheek”, zegt Wolfsen.
Dat betekent ook dat een prestatiebeloning, zoals een bonus, niet zonder meer wordt meegenomen in dit zogenoemde toetsinkomen. En een gezondheidsbudget, een extraatje dat je krijgt omdat je niet ziek bent geworden, telt ook niet mee.
“De bank weet natuurlijk niet of jij het komende jaar twee keer wordt getroffen door een zware griep. Of dat je minder presteert waardoor de bonus lager uitvalt”, zegt Joke van der Velpen, kennismanager wet- en regelgeving bij Raet, dat software levert voor personeelszaken en salarisverwerking.
Van der Velpen vindt het dan ook logisch dat geldverstrekkers looncomponenten als een gezondheidsbudget en prestatiebonus niet meenemen in het toetsinkomen. Dit geldt ook voor een opleidingsbudget en mobiliteitsbudget voor een fiets of auto. “Het opleidingsbudget is een geoormerkt budget dat alleen aan een opleiding mag worden besteed, dus het begrijpelijk dat banken dat niet meetellen.”
Het mobiliteitsbudget is niet geoormerkt en kan weliswaar een paar honderd euro per maand extra nettoloon opleveren, maar hier geldt weer dat het bedrag lager uitvalt zodra je reiskilometers maakt. Die onzekere factor maakt dat banken ook deze component niet meenemen in het toetsinkomen.
'Flexbudget zou wél moeten meetellen voor maximale hypotheek'
Maar het flexbudget is wat Van der Velpen betreft een ander verhaal. Ondanks het woordje flex, vallen hier looncomponenten onder waar géén onzekerheid over bestaat. “Dit flexbudget wordt ook wel individueel arbeidsbudget of persoonlijk budget genoemd. Elke cao heeft een eigen terminologie”, weet ze.
“Dit budget is een reservering, opgebouwd uit vakantiedagen, vakantiegeld en bijvoorbeeld een eindejaarsuitkering. Dit zijn vaste looncomponenten die de werknemer hoe dan ook krijgt. Je hoeft er niet extra voor te presteren of je ziekteverzuim op nul te houden. Banken zouden het om die reden wel moeten meenemen in hun berekening voor de maximale hypotheek”, stelt Van der Velpen.
“Het zou helpen als werkgevers op de werkgeversverklaring aangeven dat het flexbudget uit vakantiegeld of een eindejaarsuitkering bestaat. Dan is het probleem opgelost”, zegt ze. Maar daar heeft Jeroen Wolfsen van Moneywise een hard hoofd in.
Het probleem is volgens hem dat het flexbudget weliswaar uit zekere componenten als vakantiegeld bestaat, maar dat het een onzekere factor meekrijgt. Dat ziet hij in cao’s waarbij je het flexbudget mag besteden in een soort winkel met verschillende arbeidsvoorwaarden.
'Banken zien budget niet als structureel inkomen'
Wie een flexbudget heeft, kan ervoor kiezen de reservering niet te besteden aan een van de te kiezen arbeidsvoorwaarden. In dat geval krijg je het uitgekeerd. Maar misschien besteed je het aan een opleiding of extra verlofdagen, in dat geval valt je inkomen lager uit.
“Om die reden nemen banken het flexbudget waarschijnlijk niet mee in het toetsinkomen”, zegt Wolfsen. “Ook als duidelijk is dat het om uitkeren van een niet opgenomen vakantie of een eindejaarsuitkering gaat. Banken zien het niet als structureel inkomen.”
Van der Velpen vindt dat onterecht, zeker omdat het wettelijk is vastgelegd dat niet het hele flexbudget mag worden uitgegeven in een winkeltje met arbeidsvoorwaarden. “Er is een minimumbedrag dat moet worden uitgekeerd. Geldverstrekkers moeten zich niet blindstaren op het woordje ‘flex’. Dit slaat eerder op het moment van uitkeren dan op het wel of niet krijgen van het bedrag. ”
Deze gang van zaken is zuur voor steeds meer huizenkopers, aangezien flexibele arbeidsvoorwaarden sinds 2008 in de lift zitten. “De ontwikkeling is dat ze bij steeds meer cao-onderhandelingen op tafel komen in een breed scala aan sectoren: it, banken, energiebedrijven en de overheid”, somt Van der Velpen op.
Wolfsen ziet dat werknemers ervoor kiezen het flexbudget uit te laten keren als inkomen, omdat ze het nodig hebben bij de aanvraag van een hypotheek. “Voordat je kiest voor flexibele arbeidsvoorwaarden zou je eerst moeten nagaan wat de gevolgen kunnen zijn voor bijvoorbeeld een hypotheek. Wellicht met een financieel adviseur”, zegt hij.
Ook Van der Velpen ziet een patroon waarin duidelijk wordt dat het flexbudget in de huishoudpot gaat. “Wanneer flexibele arbeidsvoorwaarden nieuw worden geïntroduceerd in een cao, zie je de eerste maanden niks gebeuren”, vertelt ze.
“Maar in augustus laten mensen de reservering uitbetalen. Je denkt dan: het is vakantiegeld en de vakantie is voorbij. Maar de scholen beginnen in september en huishoudens met kinderen krijgen dan te maken met hogere kosten. Mensen zien het flexbudget dus als onderdeel van hun besteedbaar inkomen, en dat is het ook.”