ANALYSE – De eurocrisis van 2011 en 2012, waarbij een heuse Grexit dreigde, lijkt al weer lang geleden. De Griekse crisis suddert na, maar de Europese economie klimt uit het dal.

Positief voor de eurozone is vooral dat in Frankrijk hoop lijkt te gloren, met de verkiezing van de nieuwe, pro-Europese en relatief liberale president Emmanuel Macron.

Toch moet er nog veel gebeuren om de eurozone een solide basis te geven. De Duits-Franse motor van de eurozone kan weer gaan draaien met de komst van Macron, maar veel hangt ook af van twee zuidelijke zwaargewichten: Italië en Spanje – respectievelijk de derde en vierde economie van de eurozone.

Spanje heeft het in de afgelopen jaren extreem zwaar gehad, met een torenhoge werkloosheid en een extreme crisis op de huizenmarkt. Maar als je kijkt naar de recente ontwikkelingen, dan lijkt Italië het grootste risico voor het voortbestaan van de eurozone.

De Italiaanse economie had in 2015 een omvang van 1.645 miljard euro. De staatsschuld bedraagt meer dan 100 procent van het nationaal inkomen. Het land is daarmee veel te groot voor reddingsoperaties à la Griekenland.

Kortom, Italië moet zichzelf redden. Anders heeft Europa een groot probleem. Business Insider legt de vinger op 5 zwakke plekken van de Italiaanse economie.


Banken

Spanje en Italië kampen beide met brakke banken die te veel rotte leningen op de balans hebben staan. Maar de manier waarop de twee landen daarmee omgaan, verschilt sterk.

Italië besloot afgelopen weekend twee regionale banken te laten omvallen, maar stelde daarbij per saldo wel 17 miljard euro aan overheidsgeld beschikbaar. Nieuwe Europese regels, die voorschrijven dat eerst aandeelhouders en obligatiehouders moeten bloeden en dan pas de belastingbetaler, werden genegeerd.

Spanje pakte dat eerder deze maand anders aan. De middelgrote Banco Popular werd voor 1 euro overgenomen door grootbank Santander. Aandeelhouders en schuldeiseres van Banco Popular moesten wel degelijk verlies nemen.

Intussen lijkt het erop of ook één van de grotere Italiaanse banken, Monte dei Paschi di Siena, met miljarden aan staatshulp gered gaat worden.

Onderstaande grafiek, samengesteld door databureau Statista voor Business Insider Nederland, toont een selectie van zogenoemde stresstests van een aantal grote banken in Europa. Die stammen uit 2016, maar duidelijk was toen al dat grotere Italiaanse banken kwetsbaarder zijn dan de grootste Spaanse banken.


Staatsschuld

Door bankreddingen met overheidsgeld te financieren neemt de omvang van de toch al exorbitant hoge Italiaanse staatsschuld verder toe.

Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de Italiaanse staatsschuld zien als percentage van het nationaal inkomen, vergeleken met de Spaanse.

De blauwe staafbalken tonen dat de Italiaanse schuld de afgelopen jaren alleen maar verder is opgelopen, tot meer dan 130 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De Spaanse schuld daarentegen is sinds 2014 gestabiliseerd op ongeveer 100 procent van het bbp (stippellijn in de grafiek)

(bron: tradingeconomics.com)


Pensioenen

De hoge Italiaanse staatsschuld is mede een probleem, omdat Italië voor de pensioenvoorzieningen sterk leunt op AOW-achtige uitkeringen - dus werkenden betalen via de belastingheffing direct voor de pensioenuitkeringen van de huidige gepensioneerden.

Onderstaande grafiek maakt duidelijk dat zowel in Italië als Spanje de pensioenfinanciering via werkgeversfondsen zeer beperkt is. Maar Italië scoort daarbij nog iets zwakker dan Spanje. In combinatie met een toch al hoge staatsschuld en de forse vergrijzingsgolf de komende decennia is dat geen prettig vooruitzicht.


Werkloosheid

Spanje is de afgelopen jaren harder geraakt door de economische crisis dan Italië, afgaande op de werkloosheidscijfers. Maar de recente trends laten ook iets anders zien.

Onderstaande grafiek maakt duidelijk dat de Italiaanse werkloosheid maar een beetje is gedaald van 13 naar ongeveer 11 procent van de beroepsbevolking (blauwe lijn, linkeras). In Spanje piekte de werkloosheid in 2013 op een veel hoger niveau, maar de laatste jaren is ook een serieuze daling ingezet (zwarte stippellijn, rechteras)

(bron: tradingeconomics.com)


Economische groei

Tot slot de economische groei: Italië en Spanje zijn beide uit een diep dal geklommen. Maar de Italiaanse groei lijkt te stagneren op pakweg 1 procent per jaar (blauwe lijn, linkeras), terwijl Spanje boven de 2 procent groei is uitgekomen (zwarte stippellijn, rechteras).

(bron: tradingeconomics.com)


LEES OOK Trump onderbreekt telefoontje met Ierse premier om met vrouwelijke journalist te flirten