Dolcis, Manfield, V&D en DA. Een groot aantal winkelketens ging de afgelopen twee maanden op de fles. Een ramp voor werknemers, maar ook voor de leveranciers die wel goederen hebben geleverd, maar nog niet zijn betaald. Wat kun je als leverancier in zo’n situatie doen?

Grote verontwaardiging bij leveranciers van V&D in de tweede week van januari om een eenzijdig besluit van de curatoren. Zij hadden besloten dat de meeste leveranciers waarvan kwam vast te staan dat zij het recht hadden de geleverde voorraden terug te halen slechts 70 procent van de prijs van de inkoopwaarde van hun nog niet verkochte spullen zouden krijgen.

Na hevig protest beloofden de curatoren toch 100 procent te betalen, maar de kwestie toont wel hoe zwak je als leverancier soms staat tegenover de curator.

De bewuste groep leveranciers van V&D had nog geluk. Of liever, ze waren zo verstandig geweest het eigendom over de voorraden niet over te dragen aan de wankele warenhuisketen door een zogenaamd eigendomsvoorbehoud te maken. Juridisch gezien zijn de meeste geleverde spullen daardoor nog van de leveranciers. Ze mogen hun onverkochte voorraden terughalen, al moeten ze in het geval van V&D wel geduld hebben. De rechter heeft een afkoelingsperiode van twee maanden ingesteld waarin dat niet mag.

Meestal geen eigendomsvoorbehoud

De meeste leveranciers van V&D hebben echter te maken met de strenge inkoopvoorwaarden van de V&D omdat ze geen eigendomsvoorbehoud hebben gemaakt. In dat geval gaat het eigendom bij levering over. Tegenwoordig is dat bij veel grote winkelketens de standaard.

"Die strenge inkoopvoorwaarden staan vaak in de algemene voorwaarden", zegt Sander Schouten, advocaat bij AMS Advocaten in Amsterdam en zelf regelmatig optredend als curator. "Kleine leveranciers maken vaak geen eigendomsvoorbehoud waarin ze laten opnemen dat goederen eigendom blijven van de leverancier tot de betaling van de factuur", zegt Schouten. "Ze gaan vaak maar akkoord met strenge inkoopvoorwaarden, omdat ze al blij zijn dat ze mogen leveren."

Toch zijn ook de kleine ondernemers niet helemaal aan de grillen van grote klanten overgeleverd. "Er bestaat ook het recht van reclame", zegt Schouten. "Als leverancier mag je een koopovereenkomst ontbinden binnen 60 dagen na levering van de goederen, of 6 weken na afloop van de afgesproken betalingstermijn."

Schouten constateert dat veel ondernemers helemaal niet op de hoogte zijn van dit recht om spullen terug te eisen.

Meld je zo snel mogelijk bij curator

Leveranciers doen er in elk geval goed aan snel te handelen zodra een faillissement is uitgesproken. "Als je te laat een beroep doet op een eigendomsvoorbehoud of het recht van reclame, loop je het risico dat je spullen al door de curator zijn verkocht. Dan heb je pech."

Maar stap je meteen naar de curator met je facturen en doe je een beroep op een eventueel eigendomsvoorbehoud of op je recht op reclame, dan kan de curator er in principe niet omheen.

Tenminste, in theorie. In de praktijk is het soms lastig om als leverancier aan te tonen of spullen van jou zijn. "Zijn de producten uitgepakt en heeft een klant meerder leveranciers, dan kan het lastig zijn te bewijzen welke spullen door jou geleverd zijn. Als je niet kunt aantonen dat goederen van jou zijn, dan kan de curator ze verkopen."

Lees ook

V&D in surseance, webshop op slot: wat kun je als klant?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl