• China neemt serieuze maatregelen om de economische problemen waar het land mee kampt, te lijf te gaan.
  • Die daadkracht staat in contrast met de houding in Europa, dat worstelt om de economische tegenwind het hoofd te bieden.
  • Valuta-expert Joost Derks van iBanFirst suggereert dat Europa wellicht iets van China kan leren.

ANALYSE – Langzaam maar zeker kruipt de inflatie in Europa toch weer wat omhoog. Volgens voorlopige cijfers van statistiekbureau Eurostat is de inflatie binnen de eurozone in december iets opgelopen naar 2,4 procent.

Een hardnekkig hoge prijsstijging van 4 procent in de dienstensector in de eurozone is de grote boosdoener. In ons land legt de dienstensector in economisch opzicht behoorlijk wat gewicht in de schaal. Dat is een van de redenen waarom de Nederlandse inflatie relatief hoog is. Volgens de Europese rekenmethode lag de gemiddelde prijsstijging in ons land in december op 3,9 procent.

De Europese Centrale Bank (ECB) laat zich door de wat hogere inflatie in de eurozone niet verleiden om terughoudender te zijn met renteverlagingen. Dat is maar goed ook. Met het oog op het risico dat het buitenlandbeleid van Donald Trump straks een rem zet op de economische groei.

Misschien moet de ECB meer het voorbeeld volgen van de Chinese centrale bank en de economie wat meer lucht geven. De People’s Bank of China (PBOC) kondigde begin dit jaar aan dat de beleidsrente niet langer wordt bijgesteld aan de hand van kwantitatieve doelstellingen.

In plaats daarvan vormt de economische impact die Chinese centrale bank nastreeft voortaan de basis van het rentebeleid. Het is een gunstig teken dat de economen in China verder kijken dan de spreadsheets waaraan ze verslaafd leken te zijn. Daar komt bij dat de regeringsleiders mooie plannen hebben om de economie een duw in de rug te geven.

Het valt op dat China voor een andere aanpak lijkt te kiezen dan in het verleden. Rond het begin van deze eeuw was het bijvoorbeeld voldoende om de portemonnee te trekken voor grote infrastructuurprojecten. De economische impuls die daarvan uitging, was voldoende voor een groeiversnelling.

Tijdens de coronacrisis probeerde China met belastingverlagingen de binnenlandse consumptie aan te wakkeren, zodat de economische dip minder diep werd. Inmiddels is China volgebouwd en houden consumenten de hand op de knip. Infrastructuurinvesteringen en fiscale maatregelen werken dus veel minder goed dan eerder.

China toont daadkracht bij aanpakken economische problemen

Deze keer kiest China ervoor om ruim 800 miljard dollar vrij te maken voor het herfinancieren van de leenlast bij lokale overheden. Veel steden en provincies kampen met hoge schulden. Als de druk daar wat van de ketel wordt gehaald, komt er meer financiële ruimte voor lokale initiatieven.

Financiële markten zijn nog niet overtuigd van alle maatregelen. Zakenbank Goldman Sachs voorspelt dat het groeitempo van de Chinese economie in de periode tot 2035 uitkomt op gemiddeld 3,5 procent. Tussen 2000 en 2020 was dat nog 9 procent.

De rente op 10-jaars staatsleningen van China is ook al stevig gedaald. Daarmee geven obligatiemarkten aan dat ze voorlopig weinig verwachten van de economische groei. De lat ligt zo laag dat het een flinke meevaller is, als de maatregelen toch wat effect resulteren of als er meevallers komen wat betreft hogere Amerikaanse invoertarieven voor Chinese producten, waar Donald Trump mee schermt.

In dat geval kan de renminbi na een daling van ruim 4 procent in het laatste kwartaal van 2024 uitgroeien tot een valutaverrassing in het lopende jaar. En in de tussentijd spreekt uit de Chinese aanpak meer daadkracht dan uit de struisvogelpolitiek waarmee Europa voorsorteert op 2025.

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video’s over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.