- Er is veel discussie over de waardering van aandelen, vooral als het om de Amerikaanse beurs gaat.
- Zijn Amerikaanse aandelen duur of juist niet?
- Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis stelt dat aandelen op grond van het zogenoemde Fed-model iets aan de goedkope kant zijn.
ANALYSE – Los van de schommelingen tussentijds – zoals ook afgelopen week duidelijk het geval – lopen aandelenbeurzen alweer een hele tijd gestaag op. Veel beurzen noteren inmiddels weer rond recordstanden, of zijn daar niet meer zo gek ver van verwijderd.
Een record van de aandelenbeurs is niets bijzonders. Omdat de gezamenlijke winst van de groep bedrijven die samen de beurs vormt gestaag stijgt, is het logisch dat ook de beurzen zelf alsmaar verder stijgen. Uiteraard wel met fluctuaties tussentijds.
Er bestaan heel wat methodes welke een oordeel geven over de waardering van de beurs. Op al deze methodes is een flinke korrel zout van toepassing en de voorspellende waarde ervan op korte termijn is vrijwel nihil. Zelf focus ik daarom vooral op individuele bedrijven en de aandelen ervan.
Een methode om toch een idee te krijgen van de waardering van beurs in totaliteit is het zogeheten Fed-model. Dit model geeft een theoretisch waarde op basis van de verwachte winst voor de S&P 500 (voor de komende vier kwartalen) in combinatie met de actuele 10-jaars rente.
Voor de S&P 500 geldt momenteel (9 augustus 2024):
- Stand van de index: 5.356 punten
- Verwachte winst: $243,07 per aandeel
- Actuele 10-jaarsrente: 3,997 %
- Theoretische waarde S&P 500: 6.081 punten (243,07 / 0,039970)
De theoretische waarde van de S&P 500 (6.081 punten) ligt daarmee ietwat - zo'n 15 procent - boven de huidige stand van de index (5.356 punten). Voor komend jaar voorzien analisten overigens een verdere stijging van de winst van de S&P 500 en wel met circa 14 procent.
Uiteraard is het zo dat door een wijziging in de variabelen de theoretische waarde van de S&P 500 eveneens wijzigt. Zo heeft een hogere rente en / of een lagere verwachte winst een lagere theoretische waarde voor de S&P 500 tot gevolg. Ook een stijging van de beurs zelf kan ervoor zorgen dat de waardekloof gedicht wordt.
Wanneer de beurs overigens 'correct' gewaardeerd is, wil dat niet zeggen dat er dan geen rendement meer te verwachten is. Het verwachte rendement is dan namelijk gelijk aan het rendement dat gespreid beleggen in aandelen gemiddeld oplevert. Voor de S&P 500 is dat sinds het jaar 1900 gemiddeld bijna 10 procent per jaar geweest.
Resumerend beoordeel ik de brede aandelenmarkt als 'ietwat aan de goedkope kant' momenteel. Maar vooral van belang om te beseffen is dat aandelenbeurzen op termijn alsmaar verder opwaarts tenderen. Zonder enige twijfel verbleken de (bijna)recordniveaus van nu bij de niveaus waar de beurzen in de toekomst onvermijdelijk op weg naar zijn.
---Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.