- De iPhone 13 krijgt volgens de laatste geruchten een scherm met een verversingssnelheid van 120 Hz.
- Apple is traag met de introductie van de snellere schermen. Android-telefoons hebben deze al langer.
- Wat is een 120Hz-scherm en wat zijn de voor- en nadelen? Wij zetten het voor je op een rij.
In de strijd om zich van elkaar te onderscheiden zoeken telefoonfabrikanten naar technologische verbeteringen waarmee ze de ander kunnen aftroeven.
Na betere camera’s, snellere processoren en grotere schermen zijn we nu aanbeland bij snellere schermen. Geen betere schermen, maar snellere. Apple kan niet achterblijven in deze nieuwe beeldverversingsrace en gaat de iPhone 13 uitrusten met een 120Hz-scherm, als we de geruchten mogen geloven.
Om alvast één ding duidelijk te maken: een 120Hz-scherm is niet per definitie beter dan een ‘normaal’ scherm. Bij de kwaliteit van displays komen een hoop factoren kijken. Zaken als licht- en kleuropbrengst, weergave van zwart en wit en natuurlijk de resolutie.
Bij een 120Hz-scherm draait het om de verversingssnelheid. Simpel gezegd gaat het om een scherm dat 120 keer per seconde het weergegeven beeld opnieuw aanmaakt. Hij kan dus 120 keer per seconde een compleet nieuw beeld op het display tonen. Dit wordt uitgerukt in Hertz (Hz).
Een 60Hz-scherm, wat nu de standaard is bij de meeste mobiele telefoons, vernieuwt het beeld dus 60 keer per seconde. Een 90Hz-scherm doet dat 90 keer per seconde en een 120Hz-scherm doet het – je raadt het al – 120 keer per seconde.
Leuk natuurlijk, al die cijfers, maar wat betekenen ze voor jou als je naar zo'n scherm kijkt? Dat kunnen we simpel houden: hoe hoger de verversingssnelheid, hoe vloeiender bewegende beelden zijn. Een game of film ziet er dus beter uit op een 120Hz-scherm dan op eentje van 60 Hz.
Waarom wil je een 120Hz-scherm?
Hogere vernieuwingfrequenties zorgen in het algemeen voor een betere ervaring. Alles wat je doet op je telefoon lijkt soepeler te verlopen als het scherm zich vaker ververst. Maar met normaal gebruik ga je waarschijnlijk niets merken van een 120Hz-scherm tegenover een 60Hz-scherm. Duidelijkere verschillen ga je wel opmerken bij het afspelen van video’s en tijdens het gamen.
Bij het afspelen van video wordt het een beetje een ingewikkeld verhaal. De industriestandaard voor films is namelijk 24 beelden per seconde, ofwel 24 Hz. Je zou zeggen dat een 60Hz-scherm dit prima aankan, en dan heb je gelijk. Toch is een 120Hz-scherm veel beter.
Dat komt doordat de video maar 24 beelden per seconde toont en het scherm waarop deze afgespeeld wordt zich 60 keer ververst in diezelfde periode. Die twee cijfers komen niet met elkaar overeen en zijn ook niet door elkaar te delen. Dat betekent dat software met wat trucjes toch een vloeiend beeld op het scherm moet toveren. Dit gaat helaas niet altijd even goed.
Als software faalt krijg je iets wat men ‘screen tearing’ noemt. Dat zijn afgebroken - of gescheurde - beelden die op het scherm geprojecteerd worden. Met een 120Hz-scherm zijn er geen trucjes nodig. 120 is prima door 24 te delen. Bij elke vijf verversingen die het scherm doet, wordt het beeld in z’n geheel vervangen. Daardoor zie je eigenlijk maar 24 beelden per seconde en heb je nooit last van screen tearing. Je krijgt dus de optimale ervaring voorgeschoteld.
Lees ook: Apple werkt naar verluidt aan een opvouwbare iPhone die in 2023 te koop moet zijn
Voor games is het een heel ander en veel simpeler verhaal. Daar wil je zoveel mogelijk beeldverversingen per seconde. Hoe meer beelden, hoe soepeler de game draait en hoe sneller je in theorie kunt reageren. Met een 120Hz-scherm kan je dus twee keer zoveel beelden onder ogen krijgen dan op een standaard 60Hz-scherm.
Waarom wil je liever geen 120Hz-scherm?
Aan een 120Hz-scherm zitten dus een aantal voordelen. Maar je krijgt al die voordelen niet voor niets. Meer beeldverversingen kosten onder andere meer processorkracht. Er moeten immers meer beelden per seconde gemaakt worden. Ook vraagt een 120Hz-scherm meer energie. Met andere woorden: een telefoon met 120Hz-scherm verbruikt meer stroom, wat betekent dat een batterij sneller leeg is.
Gelukkig zijn er ook al schermen die een variabele vernieuwingsfrequentie hebben. Als je rustig een artikel zit te lezen kan het zijn dat het scherm op 10 Hz werkt, maar dat het snel opschaalt naar 120 Hz zodra je een game opstart. Hierdoor kan een dergelijk scherm zelfs voor batterijbesparing zorgen. Enkele telefoons bieden nu ook de optie om handmatig te kiezen tussen 60 Hz of 120 Hz. Hierbij past het scherm de vernieuwingsfrequentie dus niet automatisch aan.
Dus is een 120Hz-scherm nu echt zo belangrijk als fabrikanten het laten lijken? Ja en nee. Het ligt er helemaal aan wat voor gebruiker je bent. Gebruik je je mobiel vooral om Facebook en e-mail te checken? Dan is 60 Hz meer dan genoeg. Kijk je films en game je veel op het kleine schermpje, dan is 120 Hz een fijne upgrade, al moet je er dan wel rekening mee houden dat je mogelijk iets sneller met een lege accu zit.
Aanrakingen versus beeldverversingen
Tot slot hebben we nog een kanttekening bij dit alles. Er wordt namelijk vaak gedacht dat schermen met een hogere vernieuwingsfrequentie ook soepeler en sneller reageren op aanrakingen.
Dat is niet per definitie waar. Het aantal keer dat een scherm checkt op aanrakingen ('touch sampling rate' genoemd) wordt ook in Hertz gemeten, maar staat los van het aantal beeldverversingen.
Toch is het belangrijk om dit te benoemen, want veel mensen beweren dat een scherm met een hogere vernieuwingsfrequentie soepeler aanvoelt en beter reageert. Dat laatste kan te maken hebben met een hogere de touch sampling rate. Hoe hoger die is, hoe sneller het scherm reageert op aanrakingen, hoe natuurlijker de interactie met het scherm aanvoelt.
Lees meer over smartphones:
- Een refurbished Samsung Galaxy-telefoon kopen? Hier moet je op moet letten met een budget tussen de €300 en €500
- De markt voor smartphones is verdeeld tussen Apple en Samsung: LG is het zoveelste slachtoffer van een ijzersterk duopolie
- Een ‘nieuwe’ refurbished iPhone is hot: deze modellen kun je kopen tussen de €400 en €600
- Apple werkt naar verluidt aan een opvouwbare iPhone die in 2023 te koop moet zijn