- De Nederlandse bevolking kan het best “gematigd groeien” naar 19 tot 20 miljoen inwoners in 2050, stelt de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.
- Volgens de commissie bieden een sterkere groei of een krimp een slechter perspectief op een leefbare samenleving.
- De voorstellen van de commissie sluiten vrij nauw aan bij het plan van de NSC van Pieter Omtzigt om te werken met een migratiesaldo van 50.000 mensen per jaar.
- Lees ook: Nederlandse bevolking groeit minder hard, maar telt eind 2024 wel 18 miljoen mensen
Het is het beste voor Nederland als de bevolking de komende jaren “gematigd groeit” naar 19 à 20 miljoen mensen in 2050. Met dit inwonertal moet het lukken om voldoende woningen te hebben, de zorg en het onderwijs toegankelijk te houden en de leefbaarheid te bevorderen.
Dat stelt de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 in haar rapport dat maandag is gepresenteerd. Een krimp van de huidige 18 miljoen inwoners of juist een sterke groei van de bevolking naar 21 à 23 miljoen mensen, biedt een slechter perspectief op een leefbare samenleving.
Het is noodzakelijk dat de politiek komt met een langetermijnvisie en hierin keuzes maakt over migratie, stelt de commissie. Het gaat dan vooral om de omvang en de vormen van migratie. In het toekomstige beleid moet worden ingezet op een kwalitatief hoogwaardige economie en een brede welvaart als uitgangspunten. “We moeten keuzes maken over migratie en daarin de kwaliteit van de economie en sociale samenhang vooropstellen”, meldt oud-topambtenaar Richard van Zwol.
“Door nu al te sturen op een gematigde groei van de bevolking richting 2050 worden schaarste aan voorzieningen en ongelijkheid tussen groepen in de samenleving zoveel mogelijk beperkt”, stelt Van Zwol. De politieke afwegingen moeten wel met elkaar samenhangen, staat in het advies.
"Een politieke meerjarenafspraak over migratiebandbreedtes voor de verschillende vormen van migratie (arbeid, studie, asiel, gezinshereniging) kan bijdragen aan de vormgeving van een robuust migratiebeleid, en daarmee de nodige richting en rust brengen", staat in het advies.
Van de vier partijen die praten over een coalitie (PVV, VVD, NSC, BBB) wil de BBB maximaal 15.000 asielzoekers per jaar toelaten. Voor andere vormen van migratie stelt de partij geen quota's voor. De NSC wil een migratiesaldo van 50.000. Hierbij wordt gekeken naar alle vormen van migratie.
De VVD wil minder migranten, maar noemt geen aantallen.
Het cijfer van maximaal 20 miljoen mensen in 2050 dat de commissie noemt, komt neer op een migratiesaldo tussen de 40.000 en 60.000 mensen per jaar. Dit sluit dus vrij nauw aan bij de voorstellen van NSC, waarbij het migratiesaldo betrekking heeft op het verschil tussen de jaarlijkse immigratie en emigratie.
Als de bevolking bijvoorbeeld de komende 26 jaar met in totaal 1,5 miljoen mensen groeit en iets onder de 20 miljoen blijft, zou dat neerkomen op een gemiddeld jaarlijks migratiesaldo van bijna 58.000 mensen. Dat wil zeggen, als geen sprake meer is van autonome groei van de bevolking.
Samenstelling bevolking verandert door vergrijzing en migratie
De commissie wijst erop dat de komende jaren de samenstelling van de bevolking verandert. Er wonen meer mensen met een andere culturele achtergrond in Nederland en er zijn meer ouderen. De komende tien tot vijftien jaar bereikt de vergrijzing een piek en daarna blijft er sprake van een 'oudere' samenleving, schrijft de commissie. De vergrijzing leidt tot grotere personeelstekorten in de zorg en het onderwijs. De problemen met deze voorzieningen zijn in elke regio anders.
Daarnaast voorziet de commissie nog andere toenemende verschillen tussen mensen zoals tussen jong en oud, in opleidingsniveau en tussen mensen met of zonder een migratieachtergrond. De verschillen hebben effect op de sociale samenhang in de maatschappij.
De commissie vindt het dan ook nodig dat de politiek gaat koersen op een gematigde bevolkingsgroei en ook voor de lange termijn al keuzes maakt op het gebied van ruimte en wonen, de economie en publieke voorzieningen.
De staatscommissie is ruim een jaar geleden ingesteld door het kabinet, op verzoek van de Tweede Kamer. Doel ervan is inzicht te krijgen in demografische ontwikkelingen, de gevolgen ervan en mogelijke (politieke) oplossingen.