Het project Loon, waarmee Google via luchtballonnen afgelegen gebieden wil verbinden met het internet, dreigt vast te lopen op technische en politieke problemen. Overal waar Google aan de slag wil, moet een frequentie worden aangevraagd. Maar het blijkt vrijwel onmogelijk om die frequenties te harmoniseren tussen alle landen.
Google hoopte in elk gebied een stukje frequentie te kopen dat aansloot bij de andere, maar dat blijkt moeilijker dan gedacht. Daarom wordt nu de hulp van telecomproviders ingeroepen. Als de ballonnen over een gebied van een telecomprovider vliegt, zou het onder de licentie van dat bedrijf kunnen werken. In de praktijk zou een telecombedrijf de ballonnen eventjes ‘leasen’, totdat die een gebied van een ander telecombedrijf in is gevlogen.
Dat levert een nieuw probleem op, schrijft The Register: de ballonnen zouden via een 4G-netwerk met de telecomproviders moeten communiceren, maar dat is er niet voor gemaakt om berichten naar de stratosfeer, waar de ballonnen vliegen, te versturen. Bovendien heeft Google nog geen overeenkomst met de telecomproviders over het gebruik van hun licenties, en is het onduidelijk of die wel met Google mee willen werken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl