- Internetsnelheden worden belangrijker nu meer Nederlanders thuiswerken.
- Veel provincies in Nederland zitten op een hoog dekkingspercentage voor internetsnelheden van 100 Mb, maar voor 1 Gb ligt dat anders.
- Bij de topsnelheden lopen vooral de provincies Noord-Holland en Groningen achter.
Met de opkomst van thuiswerken wordt internetsnelheid voor steeds meer Nederlanders van levensbelang. De doelstelling van het kabinet is om alle Nederlandse huishoudens eind 2023 een internetsnelheid van minimaal 100 Mb per seconde te geven. Ook moet een grote meerderheid een internetsnelheid van 1 Gigabit per seconde hebben.
Volgens prijsvergelijker Pricewise is het de vraag of het snel genoeg gaat met het realiseren van die hogere snelheden. Uit een analyse van internetsnelheden op provinciaal niveau van Pricewise blijkt dat er nog een flinke weg te gaan is om het gros van de huishoudens richting 1 Gb per seconde te krijgen.
Onderstaande tabel geeft het dekkingspercentage per provincie weer voor internetsnelheden van respectievelijk 100 Mb en 1 Gb.
Te zien is dat de meeste provincies voor meer dan 95 procent dekking hebben wat betreft een internetsnelheid van 100 Mb. Maar voor snelheden van 1 Gb zijn er nog grote verschillen. Hierbij gaan de provincies Zeeland, Flevoland en Overijssel aan kop, met dekkingspercentages van 72 procent tot 95 procent.
Sterke achterlopers voor de dekking van 1 Gb zijn Groningen (18 procent), Noord-Holland (20 procent) en Limburg (25 procent).
Volgens Pricewise zijn er ook grote verschillen op gemeenteniveau. Zo heeft de provincie Flevoland bijvoorbeeld een gemiddeld dekkingspercentage van 81 procent voor 1 Gb. In de stad Almere is dit 99 procent, maar in Zeewolde bijvoorbeeld slechts 5 procent.
Pricewise ziet overigens dat twee op de vijf consumenten (41 procent) nog kiezen voor een downloadsnelheid van 75 Mb of minder bij internetabonnementen. Zo'n 35 procent kiest voor 100 Mb, 21 procent voor méér dan 100 Mb en slechts 3 procent voor 1 Gb.