In mei 1965 voorspelde Gordon Moore, mede-oprichter van Intel, dat de kracht van computerprocessoren elk jaar zou verdubbelen. Later werd dit bijgesteld tot elke twee jaar. Maar nu denkt Intel dat de wet niet langer opgaat.
Gordon Moore zag het goed in 1965, toen hij voorspelde dat het aantal transistors dat op een computerchip kon worden aangebracht exponentieel zou blijven toenemen en daarmee ook de rekenkracht van computers. De truc was de transistors waar de stroom doorheen gaat, steeds maar kleiner te maken.
Vooral het mede door Moore opgerichte chipbedrijf Intel leek telkens weer in staat om het tempo vast te houden.
Na 1975 verdubbelde de rekenkracht van computerchips en dus computers niet meer jaarlijks, maar toch zeker elke twee jaar. Maar na vijftig jaar komt er, zo vermoeden ze bij Intel, echt een eind aan Moore’s law.
Fysieke grenzen computerchips
Chips worden nog wel sneller, denkt ook Intel-topman Brian Krzanich, maar het tempo vertraagt. “Het ritme is nu al vertraagd tot 2,5 jaar”, stelde Krzanich donderdagochtend tegen journalisten. Hoe Krzanich dat weet? De introductie van een nieuwe chip met transistors van 10 nanometer door Intel – dat nu tot maximaal 14 nm kan gaan- is uitgesteld tot 2017, zo schrijft The Financial Times donderdag.
Dat Moore's law uiteindelijk tegen de wetten van wat fysiek mogelijk is zou oplopen, is overigens iets wat Moore zelf heeft erkend. Hij toonde zich afgelopen mei zelfs erg verbaasd dat zijn wet het 50 jaar had volgehouden.
Overigens lijkt het erop dat de huidige Intel-topman iets te vroeg is geweest met het afschrijven van de wet. Niet Intel, maar IBM lijkt namelijk in staat om een chip te bouwen met transistors van slechts 7 nm breed, zo schreef The Guardian een week geleden. Dat is 10 duizend keer dunner dan een menselijke haar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl