De inflatie in de eurozone kwam in september uit op min 0,3 procent. Daarmee zakte het prijspeil verder onder nul.
In Nederland stegen de consumentenprijzen afgelopen maand juist, blijkt uit cijfers van statistiekbureau Eurostat.
Inflatie vermindert de koopkracht van spaargeld, terwijl de spaartegoeden in Nederland en elders tijdens de coronacrisis flink zijn gestegen.
De inflatie in de eurozone was ook in september negatief. Volgens een voorlopige schatting van het Europese statistiekbureau Eurostat ging het om een daling van het gemiddelde prijspeil van 0,3 procent in vergelijking met een jaar eerder.
In augustus kwam de inflatie in het eurogebied uit op min 0,2 procent, waarmee voor het eerst sinds 2016 sprake was van een negatieve inflatie.
De lagere consumentenprijzen in Europa hangen vooral samen met de zwakkere vraag naar producten door de coronacrisis en de gedaalde energieprijzen. Ook in de dienstensector staan de prijzen onder druk vanwege de crisis.
De kerninflatie, dus zonder de invloed van de sterk schommelende prijzen voor energie en levens- en genotsmiddelen, was in september 0,2 procent tegen 0,4 procent een maand eerder.
De grootste negatieve inflatie binnen de eurozone werd gemeten in Griekenland met min 2,3 procent.
De Europese Centrale Bank (ECB) volgt de inflatiecijfers nauwlettend. De ECB probeert met zijn rentebeleid en opkoopprogramma's van obligaties te sturen op een inflatie van bijna 2 procent.
De negatieve inflatie kan betekenen dat de centrale bank extra stappen kan nemen om het prijspeil aan te jagen. Mogelijk kan de ECB in december met stimuleringsmaatregelen naar buiten komen.
In Nederland neemt inflatie weer toe
In Nederland kwam de inflatie volgens de cijfers van Eurostat in september uit op een plus van 1 procent. In augustus bedroeg de gemiddelde prijsstijging in Nederland nog maar 0,3 procent.
Daarmee lijkt er nog geen nieuwe dalende trend te ontstaan voor de inflatie in Nederland.
De inflatiecijfers die Eurostat meldt, wijken enigszins af van de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Eurostat werkt met een voor alle Europese landen geharmoniseerde methode. De trends van de cijfers van Eurostat en het CBS gaan doorgaans wel gelijk op.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde over augustus een daling van de inflatie tot 0,7 procent. Dat cijfer is dus iets hoger dan het cijfer van Eurostat over augustus. Later deze maand komt het CBS met het eigen inflatiecijfer voor september.
Het Nederlandse statistiekbureau gaf afgelopen maand wel aan dat de daling van de inflatie in augustus mogelijk incidenteel is. Vliegtickets waren in de zomermaand augustus door de coronacrisis bijvoorbeeld een stuk goedkoper dan gebruikelijk.
De ontwikkeling van de inflatie is momenteel extra relevant, omdat Europeanen vanwege de coronacrisis meer dan ooit sparen. De koopkracht van spaargeld wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de prijzen van goederen en diensten.
Europeanen potten massaal geld op in coronacrisis
In Europa steeg spaarquote, het deel van het besteedbaar inkomen dat opzij wordt gezet als spaargeld, in het tweede kwartaal in de eurozone tot bijna 25 procent, meldde Eurostat vrijdag.
Volgens het Europese statistiekbureau werd in de eerste drie maanden van het jaar door de bank genomen nog een kleine 17 procent van het inkomen opgepot. Daarvoor bewoog deze graadmeter jarenlang rond de 12 tot 13 procent.
Een hoger prijsniveau vermindert de koopkracht van spaargeld. Zo bleef de Nederlandse inflatie de afgelopen jaren boven de hoogste variabele spaarrente hangen, waardoor de reële waarde van het spaargeld een flinke knauw kreeg.