- De inflatie is in Nederland in december op een recordniveau van 5,7 procent beland.
- De gemiddelde stijging van prijzen van goederen en diensten is een aanslag op de koopkracht.
- Spaarrentes zijn bijna 0 procent en kunnen geen compensatie bieden voor de forse prijsstijgingen.
- Lees ook: Supermarkten zeggen dat A-merken willen verdienen aan inflatie: ‘Ze doen er een schepje bovenop’
Het contrast tussen de hoge inflatie en lage spaarrentes is historisch hoog. De inflatie is in december opgelopen naar 5,7 procent op jaarbasis, het hoogste niveau in bijna 40 jaar.
De hoogste variabele spaarrente is nog maar 0,05 procent, blijkt uit gegevens van de site spaarinformatie.nl. Zet je spaargeld vijf jaar vast, dan krijg je maximaal 0,8 procent rente en de hoogste depositorente is die van 10 jaar vast, waar je 0,9 procent rente krijgt.
Het grote verschil tussen de inflatie en spaarrentes zorgt ervoor dat de koopkracht van spaargeld afneemt.
Als prijzen van goederen en diensten in een jaar met bijna 6 procent stijgen, terwijl daar bijna geen rentevergoeding tegenover staat op spaargeld, kun je na een jaar met 100 euro een kleinere hoeveelheid spullen kopen.
Het feitelijke koopkrachtverlies voor spaarders met meer dan 50.000 euro aan vermogen is nog groter, vanwege de belastingheffing in box 3.
Voor spaargeld boven de vrijstelling van 50.000 euro geldt een fictief jaarlijks rendement waarover de fiscus belasting heft. Voor het vermogensdeel tussen de 50.000 euro en 100.000 euro gaat het om een effectieve heffing van ongeveer 0,6 procent.
Energierekening 75% hoger dan jaar geleden
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat het nieuwe inflatiecijfer dinsdag naar buiten bracht, zorgden met name de hogere voeding- en energieprijzen ervoor dat de inflatie verder is opgelopen.
In november werd nog een inflatie van 5,2 procent gemeten wat ook al het hoogste niveau was in bijna 40 jaar. In augustus 1982 stegen de prijzen gemiddeld met 5,9 procent op jaarbasis.
Volgens het CBS was de gas- en elektriciteitsrekening in de laatste maand van 2021 bijna 75 procent hoger dan een jaar eerder. In november was de prijsstijging hier op jaarbasis 57,4 procent. Verder werden vlees, groente en fruit duurder. Op jaarbasis was bij voeding sprake van een plus van 2,6 procent. In november was dit nog 1,1 procent.
Lees ook: Dure bloemen: prijzen stijgen ook in 2022 door hoge gaskosten – Valentijnsdag wordt prijzig
De prijsontwikkelingen van motorbrandstoffen en een verblijf in een bungalowpark hadden een drukkend effect op de ontwikkeling van de prijzen. Een tankbeurt was in december gemiddeld 27,8 procent duurder dan vorig jaar, terwijl dat in november nog 33,1 procent was.
Een verblijf in een bungalowpark was in december 7,1 procent goedkoper dan in dezelfde maand een jaar eerder. In november was een verblijf in een bungalowpark nog 4,6 procent duurder. Dat komt ook doordat de kerstvakantie afgelopen jaar een week later begon.
Over het hele jaar gemeten lagen de consumentenprijzen gemiddeld 2,7 procent hoger dan in 2020. Een jaar eerder was de prijsstijging 1,3 procent.
Vooral de prijsontwikkeling van energie droeg bij aan de hogere inflatie in 2021. Elektriciteit was afgelopen jaar gemiddeld 22,2 procent duurder dan een jaar eerder. In 2020 moest voor stroom nog 39,6 procent minder worden betaald dan het jaar ervoor. Gas was gemiddeld 16,7 procent duurder dan het jaar ervoor. In 2020 was hier sprake van een stijging van 2,6 procent.